Dat zei voorzitter Bert van Delden van de Raad voor de rechtspraak dinsdag. Hij deed dat ter gelegenheid van de opening van het nieuwe gebouw van de Raad in Den Haag, door koningin Beatrix.Wegens de risico’s moet de discussie hierover op de juiste gronden worden gevoerd. En daar ontbreekt het nog wel eens aan, zo liet Van Delden in zijn toespraak doorschemeren.

„Als argument wordt steeds aangevoerd ’het vergroten van het vertrouwen van de burger’. Het is scoren voor open doel om aan te voeren dat als de politiek zo goed weet hoe het vertrouwen van de burger in een bepaalde institutie vergroot kan worden, het toch wat vreemd overkomt dat het vertrouwen in de politiek zelf zo laag blijkt", meent hij. Verder wijst Van Delden er op dat blijkt dat het vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak zowel in Nederland als internationaal „een relatief hoog niveau" heeft.

Toch benadrukt de voorman van de Raad dat de rechters zeker bereid zijn om een serieuze discussie over de voor– en nadelen van juryrechtspraak en de deelname van leken aan de rechtspraak aan te gaan. Nederland is immers het enige land in Europa dat een systeem kent dat uitsluitend door beroepsrechters wordt uitgeoefend. Daarom moet volgens Van Delden worden bekeken of er geen mogelijkheden zijn om burgers op zinvolle wijze nauwer bij de rechtspraak te betrekken.

Maar een juiste invulling is van groot belang, stelt hij. „Als men het heeft over het succesvol deelnemen van leken, wordt vaak verwezen naar landen als Zweden en Denemarken. Het is de vraag of men zich daarbij wel realiseert dat in die landen de benoeming van leken geheel in handen van de politieke partijen is en dat het resultaat dan ook is dat slechts actieve partijleden voor benoeming in aanmerking worden gebracht. Is dat passend binnen de Nederlandse verhoudingen? De Nederlandse politieke voorkeur heeft de laatste jaren de wendbaarheid van een school sprot vertoond".

Een ander nadeel van lekenrechtspraak zijn de kosten, constateert Van Delden tenslotte. „De invoering hiervan voor de zaken waarop de discussie zich vooral richt, de zwaardere strafzaken, zal leiden tot een aanzienlijke hogere werklast voor de rechters en daarmee tot hogere kosten".