Gewetensbezwaren vragen concrete uitleg
UTRECHT - Welke ruimte moet een werkgever bieden aan werknemers met gewetensbezwaren tegen het werken op zondag? En zit er een verschil tussen mensen die al in dienst zijn en nieuw personeel? Deze vragen zijn actueel nu de Commissie Gelijke Behandeling zich over een zaak van een afgewezen sollicitant met gewetensbezwaren moet buigen.
Een 30-jarige man met een schippersachtergrond werkt op uitzendbasis voor Rijkswaterstaat. Hij zit op een patrouilleboot om toezicht te houden op het verkeer op het water. De man hoeft niet op zondag te werken, want de roostermakers houden keurig rekening met zijn wensen. Dat gaat prima.De uitzendkracht wil echter meer zekerheid en solliciteert op zeker moment naar een vaste benoeming als sluiswachter van Rijkswaterstaat in het district Utrecht. Dan krijgt hij te horen niet in aanmerking te komen voor de baan, omdat hij niet op zondag wil werken. Wat leeftijd, achtergrond en ervaring betreft is de man een ideale kandidaat.
Nu zegt de Algemene wet gelijke behandeling onder meer dat in Nederland niemand op grond van zijn godsdienst of levensovertuiging mag worden buitengesloten van een betaalde functie. Is dat hier het geval?
Ja, zei de man maandag op enig moment tijdens de behandeling van zijn zaak. Er is volgens hem zelfs sprake van een direct verboden onderscheid: het niet willen werken op zondag hoort zo duidelijk bij het leven van een christen, dat er gerust mag worden gesproken van een directe vorm van discriminatie.
Hoe sympathiek en principieel die mening ook kan overkomen, het lijkt toch juister om hier te spreken van een mogelijk indirect onderscheid. De sollicitatiecommissie van Rijkswaterstaat heeft immers niet gezegd: Omdat u een kerkelijke achtergrond heeft, nemen we u niet aan. De afwijzing van de sollicitant lijkt dan het gevolg van een belangrijk levensbeginsel van een christen: de eerste dag van de week speciaal afzonderen voor de Heere en Zijn dienst.
De man gaf maandag tijdens de zitting aan dat hij „voor de werken van noodzakelijkheid en barmhartigheid” graag een uitzondering maakt als het gaat om eventuele zondagsarbeid. De commissie -mr. A. B. Terlouw (voorzitter), mr. M. van den Brink en mr. dr. M. de Blois- zocht bij herhaling naar de grenzen van de gewetensbezwaren van de afgewezen sollicitant, temeer omdat hij zegt bij calamiteiten wél op zondag te willen werken.
Dat het noodzakelijk is om anderen duidelijk te maken wat de gewetensbezwaren precies inhouden, bleek maandag duidelijk. Wat zijn calamiteiten voor u, zo vraagt commissielid mr. M. van den Brink zich af. Is het een calamiteit als al uw collega’s ziek zijn na een personeelsfeestje? Nee, dat vindt de man geen calamiteit. Dat is voor hem wél een gebeurtenis waardoor mens, dier en milieu in gevaar komt. Dat staat zo ook in de wet.
Maar hoe zit het dan met hoogwater, wil de commissie weten. Dat hangt van het moment af, benadrukt de man: niet de hele periode van hoogwater is een calamiteit, hoogstens als het gaat om het begin daarvan. Maar wat nu als de baas iets een calamiteit vindt en hij niet? Dat kan niet, luidt het antwoord. De wet zegt precies wat een calamiteit is.
Maar wat nu als álle sluiswachters naar dezelfde kerk willen gaan, zo gaat Van den Brink nog een stapje verder. Gelukkig voor Rijkswaterstaat is dat niet het geval, reageert de afgewezen sollicitant nuchter. Volgens hem was hij de enige kandidaat met gewetensbezwaren die in aanmerking kwam voor een van de in totaal acht beschikbare functies voor sluiswachter.
En is het nu echt zo problematisch voor Rijkswaterstaat om bij het maken van een rooster rekening te houden met de wens niet op zondag te willen werken? Hebben andere werknemers dan nooit roosterwensen?
Zo komt de bal bij Rijkswaterstaat te liggen. In de strijd tegen ziekteverzuim kan de dienst volgens juridisch adviseur W. H. C. van Eck geen mensen gebruiken die niet op zondag willen werken. Deze heeft immers al werknemers die op grond van de Arbeidstijdenwet deze dag vrij willen. Dat maakt het volgens hem noodzakelijk om bij nieuw personeel daarop te selecteren.
Daarmee is de commissie aan zet. Die oordeelt niet over de Arbeidstijdenwet, maar alleen over de Algemene wet gelijke behandeling. Die houdt ruimte voor uitzonderingen, als daar een objectieve reden voor is. Die zou bijvoorbeeld kunnen liggen in het feit dat Rijkswaterstaat al gewetensbezwaarde werknemers in dienst heeft. En de sluizen moeten nu eenmaal op zondag worden bediend. Dat blijft ook de keerzijde van het recht van werknemers om niet op zondag te werken: collega’s moeten hun diensten overnemen.
De grote vraag zal zijn hoever een organisatie mag gaan in de eigen behoefte tot een zo groot mogelijke flexibiliteit van (nieuwe) werknemers. Dat raakt echter altijd het recht van individuen op bescherming op grond van de Algemene wet gelijke behandeling.
Hoe de uitspraak ook uitpakt, de afgewezen sollicitant vist nu voorlopig achter het net. De acht sluiswachters zijn inmiddels benoemd.