Plechtige zaligverklaring met applaus en klokgebeier
ROERMOND (ANP) – Langdurig applaus en klokgebeier volgden zaterdagmiddag in de kathedraal van Roermond op de plechtige zaligverklaring van de van oorsprong Duitse non Maria–Teresa van de Heilige Jozef. Zeker de honderden zusters van de door haar gestichte congregatie onder de 1200 gasten reageerden opgetogen toen in het koor van de kerk een geïdealiseerd portret van de kersverse zalige werd onthuld en een houder met relikwie bij het altaar werd geplaatst.
Kardinaal Ad Simonis vond het een eer dat hij op gezag van paus Benedictus XVI de eerste zaligverklaring op Nederlandse bodem en de eerste in zijn loopbaan mocht uitspreken. Dat deed hij door het voorlezen van een pauselijke apostolische brief. Voorafgaand aan het grote moment las pater Bonifatius Honings, die als zogeheten postulator de zaligverklaring van Maria–Teresa heeft bepleit, een korte levensbeschrijving van de „dienares Gods" voor.Simonis maakte bekend dat de feestdag van de nieuwe zalige is vastgesteld op 30 oktober, de dag waarop de geboren lutherse in 1888 toetrad tot de Rooms–Katholieke Kerk. Ze omschreef die stap zelf als een „nieuwe geboorte", memoreerde bisschop Wiertz van Roermond in zijn welkomstwoord. De kardinaal sloot het ritueel van de zaligverklaring af met een gebed om voorspraak van Maria–Teresa. „Verleen ons, op haar voorspraak, dat wij met een zelfde liefde, ook temidden van drukkende zorgen, uw kerk met toewijding kunnen opbouwen."
De paus heeft bepaald dat deze plechtigheden niet meer in het Vaticaan plaatshebben maar in het bisdom waar de nieuwe zalige is gestorven en begraven. Maria–Teresa Tauscher (1855–1938), stichteres van de Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus, is begraven in Sittard, waar zij het moederhuis van haar congregatie vestigde. Die heeft zich over de gehele wereld verspreid en legt zich vooral toe op de zorg aan wezen, behoeftige kinderen en ouderen.
Bij de meertalige plechtigheid waren behalve veel karmelietessen uit kloosters in de gehele wereld ook bisschoppen uit diverse landen aanwezig. Verder woonden onder anderen de Limburgse gouverneur Frissen en de burgemeesters van Roermond en Sittard de viering bij. Onder de gasten was ook Maria Pieters–Maas uit Heerlen. Zij genas na het aanroepen van de nieuwe zalige op medisch onverklaarbare wijze van een pijnlijke voetschimmel. Mede op basis van de erkenning van die wonderbaarlijke genezing kon Maria–Teresa worden zaligverklaard. Het gewone publiek kon de viering volgen in de Heilige Geestkerk in de Limburgse stad.
In zijn preek stelde Simonis de manier waarop Maria–Teresa haar lijden droeg, de hedendaagse geseculariseerde mens ten voorbeeld. De nieuwe zalige heeft veel geleden en gaf blijk van „een zekere lijdensmystiek", aldus Simonis. „Dat klinkt ons geseculariseerde mensen vreemd in de oren, gewend als wij zijn aan het ontvluchten van alles wat pijn, offers en moeite kost."
Toch was de nieuwe zalige volgens de kardinaal geen „masochiste" die het lijden verheerlijkte. Ze aanvaardde het als „loutering, uitdaging en uitdrukking van de hoogste liefde", aldus Simonis.
Simonis zei in Maria–Teresa alle vrouwelijke religieuzen te eren, „de tienduizenden vrouwen die in de afgelopen 150 jaar onvoorstelbaar veel hebben gedaan en betekend voor de kerk en voor de samenleving in ons land, maar ook voor veel landen in de Derde Wereld, in zieken– en bejaardenzorg, in het onderwijs en in eenvoudige maar levensnoodzakelijke werkzaamheden."