De zitting wordt donderdag uit veiligheidsoverwegingen gehouden in de rechtszaal op Schiphol–Oost. Daar zijn zware veiligheidsmaatregelen van kracht.Holleeder en zijn medeverdachten worden ervan verdacht dat ze een criminele organisatie hadden die vooral zakenmensen uit de sector van onroerend goed voor vele miljoenen euro’s afperste. Daarbij werd grof geweld niet geschuwd.

Het Openbaar Ministerie (OM) denkt dat de organisatie van Holleeder voor vele liquidaties en pogingen daartoe verantwoordelijk is. Ook constateert justitie dat de eisen van de verdachten regelmatig met geweld kracht werd bijgezet.

Holleeder is zoals aangekondigd persoonlijk aanwezig. Ook vijf medeverdachten zijn op de zitting, die met een half uur vertraging begon. De verdachten hebben behoudens het bevestigen van hun identiteit nog niet gesproken.

Aanklager Plooy deed dat wel. Hij vertelde aan de rechtbank dat het OM vindt dat de omstreden verklaringen van Endsta aan de Amsterdamse Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) als bewijs zijn te gebruiken, omdat ze bijna letterlijk zijn vastgelegd en uitgewerkt. De CIE is de inlichtingendienst van de politie. Normaal mag hun materiaal niet als bewijs dienen.

Daarnaast heeft Endstra de kern van zijn beschuldigingen aan het adres van Holleeder ook aan officier van justitie Plooy en de Rijksrecherche geuit. Verder bevestigde de zoon van de inmiddels vermoorde crimineel John Mieremet aan justitie de verklaring van Endstra dat de vastgoedmagnaat hem heeft gewaarschuwd voor een aanslag op zijn vader.

Dit geeft aan dat een deel van de informatie van Endstra op verschillende manieren is bevestigd, benadrukte Plooy. Ook is er volgens de officier van justitie nog ander tactisch bewijs dat de „rode draad" van de uitlatingen van Endstra ondersteunt.

De aanklager ging eveneens nog kort in op de ’omstreden’ positie van de advocaat van Holleeder, A. Moszkowicz, in deze zaak. De raadsman heeft justitie ervan beticht een wig tussen hem en Holleeder te willen drijven. Plooy ontkent dat stellig. „Het onderzoek is niet gericht op de raadsman. Maar zijn kantoor is mogelijk een plaats van een delict. Dat moeten we onderzoeken. Verder kwam er informatie over de raadsman binnen in een viertal informatieberichten over Holleeder. Daar kunnen wij niets aan doen".

Toch gaf de officier van justitie terloops nog aan dat er toch twijfels kunnen zijn over de positie van Moszkowicz. Wellicht moet de raadsman in deze zaak nog als getuige optreden over een afpersing die op zijn kantoor zou zijn gedaan.