Werken maakt lichamelijk gehandicapten niet gelukkiger
DEN HAAG (ANP) – Door meer te gaan werken, vaker de deur uit te gaan en meer op vakantie te gaan zijn mensen met een lichamelijke handicap er de afgelopen tien jaar niet gelukkiger op geworden. Dat is opmerkelijk, schrijft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een studie die woensdag verschijnt. De gedachte achter het overheidsbeleid is juist dat deelname aan de maatschappij het welzijn van lichamelijk gehandicapten ten goede komt.
In de onderzochte periode 1993–2003 zijn mensen die langdurig beperkt zijn in horen, zien, bewegen en dagelijkse verrichtingen als wassen, kleden en opstaan, meer zelfstandig gaan wonen en aan het werk gegaan. Maar hun achterstand in welbevinden op mensen zonder beperking is nog even groot.Rond 40 procent van de lichamelijk gehandicapten voelt zich (zeer) gezond, tegen 85 procent van de niet–gehandicapten. De verschillen in geluk zijn minder groot: 80 procent tegen 90 procent voelt zich (zeer) gelukkig.
Om te weten te komen waarom het welzijn van gehandicapten niet stijgt als zij actiever worden in de maatschappij, ondervroegen de onderzoekers zes mensen en analyseerden ze achttien egodocumenten. Daaruit bleek dat gehandicapten veel meer hebben aan een positief zelfbeeld, sociale vaardigheden, assertiviteit en aanvaarding van hun situatie.
Verder werd duidelijk dat mensen met een lichamelijke handicap er niet op vooruit gaan door meer deel te nemen aan de samenleving. Veel belangrijker is de manier waarop dat gebeurt. Daarom is het verrichten van zinnig werk dat aansluit bij wensen en vaardigheden van de gehandicapte, belangrijker dan het hebben van een baan op zich, concluderen de onderzoekers.