Tegen de uitgeverij Nieuw Amsterdam en de twee Parool–journalsiten die het boek redigeerden, Paul Vugts en Bart Middelburg, had de familie een kort geding aangespannen dat maandag voor de rechtbank diende.Bij monde van advocaat J.P. Koets liet de familie weten „bang te zijn voor het ontstaan van gevaarlijke situaties, omdat in het boek zeer gedetailleerd persoonlijke gegevens staan van getuigen. Die zouden weleens verhaal kunnen gaan halen bij de familie".

Koets betoogde verder dat de twee journalisten en de uitgeverij „enkel alleen uit commercieel belang en sensatiezucht" de gesprekken openbaar maakten. „Er is geen enkel journalistiek of ander belang om de ze geheime gesprekken die niet voor publicatie bedoeld waren, uit te geven". De erven willen niet dat iemand „geld verdient aan de ellende van hun vader", zo betoogde Koets.

Raadman H. Struik van de gedaagden bestrijdt dat de publicatie van het boek uit commercieel oogpunt is. „Het gaat om een algemeen belang van informatieverstrekking. Deze gesprekken zijn het hart van het bewijs tegen Willem Holleeder. Bovendien hebben vier andere media de teksten ook al".

Hierop reageerde Koets: „Maar die hebben ervoor gekozen er alleen uit de citeren en niet een boek uit te brengen".

De erven van Endstra willen het boek uit de handel. Struik noemt dit zinloos. „Want op internet zijn de gesprekken nog steeds te lezen en dat aantal is een veelvoud van het boek". Tijdschrift Quote plaatste het originele proces–verbaal waarin de gesprekken van Endstra zijn uitgeschreven, enkele uren na het verschijnen van het boek op hun website. Binnen de eerste veertig uur dat ze daar te lezen waren, werden de teksten al 40.000 keer gedownload.

De rechtbank doet donderdag 11 mei uitspraak.