Muller signaleert een hang naar het verleden. Vóór de Tweede Wereldoorlog bestelden de ’happy few’ het chassis bij Rolls-Royce en lieten de carrosserie van hun droomauto vervaardigen bij een van de vele beroemde Britse koetswerkmakers van die tijd. Ze betaalden er een vermogen voor. Na de oorlog standaardiseerden de meeste autoproducenten hun modellen.Muller ziet nu de hang naar exclusiviteit terugkomen. „Het draait allemaal om individualisme. Mensen willen anders zijn en daarom kopen ze een Spyker en geen Rolls-Royce, die ze overal zo kunnen krijgen. Binnen de groep van Spykeradepten gaat een enkeling nog een stap verder om exclusief te zijn”, licht Muller in een interview toe.

Tot nog toe past het bedrijf uit Zeewolde de inrichting van de auto op verzoek van een klant aan, maar technisch zijn alle wagens van een model exact gelijk. Meer dan de helft van zijn auto’s verkoopt het tot dusver verlieslatende Spyker in de Verenigde Staten. China is de tweede markt en ook in het Midden-Oosten vinden de sportieve modellen aftrek.

Uitbreiding naar andere landen hoeft van Muller nog niet. „We zouden auto’s in Japan kunnen verkopen. Omdat we daar geen distributie hebben, is het verlenen van service moeilijk. Als ik een monteur moet sturen zijn we 5000 euro verder.”

Voorlopig heeft Spyker zijn handen vol aan de orders die de afgelopen maanden zijn binnengestroomd. Eind februari presenteerde Spyker zijn terreinwagen, de D12, tijdens de Geneva Motor Show.

Tussen eind december en eind maart is het aantal orders met 95 toegenomen tot 286 en die wil het bedrijf verwerkt hebben voor eind volgend jaar. De huidige productievloer in Zeewolde is te klein en daarom heeft Spyker de naastgelegen hal gekocht. Die wordt komende zomer in gebruik genomen.

Behalve aan meer ruimte, heeft de onderneming ook behoefte aan nieuwe productiewerknemers. Die zijn moeilijk te vinden. „We moeten mensen trainen en dat kost tijd. Je mag namelijk geen fouten maken als je werkt aan een auto waarmee 300 kilometer per uur kan worden gereden.

Muller zal in zijn zoektocht naar geschikte collega’s niet kunnen profiteren van de malaise bij NedCar. „Werknemers uit Limburg zitten hier 150 kilometer vandaan. Maar veel belangrijker, ze hebben ervaring in massaproductie en dat is iets compleet anders dan wat wij hier doen.” De topman vindt dat er aan de problemen bij NedCar alleen maar negatieve kanten zitten. „Die doen mensen vermoeden dat de auto-industrie in Nederland dood is. Dat is geen stimulans voor mensen om in deze branche te gaan werken.”

Verrast door de mogelijke val van Nedcar is hij niet: „We weten al tien jaar dat de arbeidskosten in Nederland te hoog zijn, maar de Nederlandse regering doet niets. Ze praat alleen maar over Nederland Innovatieland, maar dat zijn holle frasen als je niets doet.”

Muller zit met Spyker, waarin hij een belang houdt van 28,5 procent, eigenlijk in het verkeerde land. „Nederlanders waarderen niets, behalve Oranje en de Elfstedentocht. Ze zijn tolerant zolang iedereen gelijk is. Het fabriceren van een sportwagen is niet gelijk. We maken de auto niet voor armen in Afrika, maar bijvoorbeeld voor beroemde rappers in Amerika.”