Dat blijkt uit de Eurobarometer, een in opdracht van de Europese Commissie uitgevoerde opiniepeiling onder 7560 EU-burgers met kinderen in alle aangesloten landen. Het onderzoek wordt volgende maand op een door het Safer Internet Forum georganiseerd internationale congres in Luxemburg gepresenteerd en besproken, maar is nu al op internet gepubliceerd.Gemiddeld genomen maakt precies de helft van alle Europeanen inmiddels gebruik van internet. Nederland (85 procent) en Zweden (82 procent) steken met kop en schouder boven de anderen uit. Hongarije (28 procent), Portugal (27 procent) en Griekenland (24 procent) staan onder aan de ranglijst.

In vergelijking met andere ouders denken de Nederlanders en de Zweden ook het meest dat hun kinderen sites bezoeken met een verderfelijke inhoud. Hoewel veel ouders inzien dat hun kinderen het risico lopen om op dubieuze websites te komen, stelt 60 procent van de ouders toch geen regels aan het internetgebruik van hun kids. Nederlandse ouders hebben dan ook meer regels voor het kijken naar tv (39 procent) dan voor het surfgedrag op internet (37 procent). Slechts een kwart van de ouders stelt voorwaarden aan hun kinderen voor gebruik van een mobieltje.

De meest voorkomende regel is een verbod op het bezoek van dubieuze websites (55 procent) of het controleren van de tijd die achter internet wordt doorgebracht (53 procent). Een kwart van alle ouders geeft aan naast hun jongste kinderen te gaan zitten als die willen internetten.

Minder dan de helft van alle ouders heeft een filter op internet. Britten (81 procent) hebben echter bijna twee keer zo vaak als Nederlanders (44 procent) een internetfilter. Als het gaat om het krijgen van informatie over veilig internetgebruik willen de meeste ouders (33 procent) dat die voorlichting op school wordt gegeven. De overheid (19 procent) en de kerk (1 procent) scoren beduidend lager. Ouders hebben liever voorlichting per brief (47 procent) dan dat ze die krijgen op een speciale bijeenkomst (10 procent).

Studenten, managers en jongeren tussen de 16 en 24 jaar zijn het meest online, gepensioneerden het minst. Ook blijkt uit de Eurobarometer dat met name politiek links georiënteerde EU-inwoners op het world wide web zijn te vinden.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de meeste mensen thuis (38 procent) of op het werk (18 procent) achter de computer kruipen. Universiteit en school (7 procent) volgen op afstand.

Van alle jongeren beneden de 17 jaar is precies de helft op internet te vinden. De Deense kinderen (71 procent) steken hun Nederlandse leeftijdsgenoten (68 procent) net de loef af. Daarentegen verkent slechts een kwart van alle Griekse kinderen het web. In vergelijking met onderzoeken uit voorgaande jaren is er een sterke stijging van het internetgebruik in de meeste landen. Alleen Spaanse kinderen zijn opvallend genoeg minder achter internet te vinden dan een paar jaar geleden.

Gemiddeld weet één op de tien kinderen jonger dan 6 jaar de digitale snelweg al te vinden.

Het achtste en negende kinderjaar markeert een belangrijke omslag: boven die leeftijd zit minimaal de helft al op internet, daaronder juist minder dan de helft. Jongens zitten vaker en op jongere leeftijd op het world wide web.

In 8 van de 25 EU-landen, waaronder Italië, Griekenland en Oostenrijk, hebben meer jongeren al een mobiele telefoon dan dat ze op internet zitten. Twee derde van Nederlandse jongeren gebruikt internet, maar ’slechts’ een derde heeft een mobieltje. Een kwart van alle 8- en 9-jarigen heeft al een mobiele telefoon, dit is bij 16- en 17-jarigen negen op de tien.

Uit een studie van het Amerikaanse onderzoeksbureau comScore Networks bleek gisteren ook dat de 11 miljoen Nederlandse internetgebruikers boven de 15 jaar gemiddeld 43,5 uur per maand doorbrengen op internet. Ze worden alleen overtroffen door Israëli’s (57,5 uur), Finnen (49,3 uur) en Zuid-Koreanen (47,2 uur). Het aantal internetgebruikers wereldwijd is inmiddels gestegen tot 694 miljoen. Het Amerikaanse aandeel van de wereldwijde schare surfers is gedaald tot minder dan een kwart. Tien jaar geleden leefde nog twee derde van alle internetters in de VS.