Blijde boodschap voor Koerdische volk
APELDOORN - Het is inmiddels de derde keer dat hij de conferentie organiseert. Een conferentie die als uitdrukkelijk doel heeft evangelisatie onder Koerden in Nederland. Asielzoekers, moslims. „Wij geloven dat God aan het werk is onder het Koerdische volk.”
De plaats van de bijeenkomst, die woensdagavond begon en tot en met zondag duurt, mag niet bekend worden. Veel te gevaarlijk. Een moslim die overgaat tot het christendom riskeert zijn leven.Zelf was Faraidoun ook moslim toen hij, acht jaar geleden, in Nederland aankwam. „Maar in het asielzoekerscentrum waar ik zat, ben ik in aanraking gekomen met iemand van de kerk. En via hem ben ik uiteindelijk ook bij de kerk gekomen, christen geworden.”
Dat was bepaald niet vanzelfsprekend, zegt de Koerdenwerker bij stichting Gave. „Ik heb heel lelijk gedaan tegen deze man, hem zelfs een keer weggestuurd. En toch kwam hij telkens weer terug. Ik ging me afvragen waarom hij dat deed. Ik dacht: Wat is dat voor bijzonders in deze man, waar komt zijn liefde vandaan? Ik kon dat niet begrijpen.”
Faraidoun werd belangstellend. „En na een halfjaar heb ik beleden dat ik Jezus nodig had.” Met nadruk: „Maar toen was ik nog niet bekeerd. Ik was gebonden aan wereldse dingen, aan de discotheek, aan drank, noem maar op. Ik kreeg Jezus nodig als Redder en Verlosser. Ik ging steeds meer onderzoeken, de Bijbel lezen. En na anderhalf jaar ben ik echt tot geloof gekomen.”
Hij wijst naar zijn -Nederlandse- vrouw, een eindje verderop in de conferentiezaal. „Ik ben toen ook getrouwd met een vrouw van de kerk. En samen met haar heb ik toen besloten te gaan werken onder mijn landgenoten. Ik wilde wat ik van God had gekregen niet voor mezelf houden.”
Zijn echtgenote is voor de gelegenheid gehuld in Koerdische feestkledij. Want op het programma voor deze avond (donderdagavond) staat feest. „Heel belangrijk”, zegt de organisator, die ook actief is binnen een internationale gemeente. „Blijdschap, culturele dans, feestkleding: dat geeft Koerdische mensen het gevoel even thuis te zijn.” Achter in de zaal hangt de Koerdische vlag.
Van de ongeveer 85 conferentiedeelnemers is eenderde niet christen. Onder hen bevinden zich Yezidi’s (een soort gnostische stroming; red.) en moslims.
En over het algemeen is de sfeer goed, aldus Faraidoun. „We zien ook vruchten op ons werk. Op woensdagavond, bij de opening, hebben twee mensen, moslims, beleden dat ze een nieuwe start wilden maken, dat ze hun leven aan Jezus wilden geven. En ook vandaag hebben verschillende mensen om gebed gevraagd. Gebed of God hun vader wilde vergeven bijvoorbeeld, omdat ze nooit liefde bij hem hadden geproefd. Sommigen huilden, omdat ze zo veel pijn voelden.”
Af en toe is echter ook tegenstand merkbaar, zegt de Koerd. „Sommige moslims zijn niet altijd even aardig.”
Hij kan het wel begrijpen. „Een moslim leidt een zo heel ander leven dan een christen, de islam is zo’n heel andere religie dan het christendom. Dat botst in hun binnenste.”
„En toch”, zegt hij, „is er ook openheid. Ik zat net aan tafel met een groep Koerden, ook moslims. En allemaal zaten ze te luisteren toen ik iets over mijzelf vertelde. Ze stelden vragen aan mij, over God, over Jezus. Ik vind dat geweldig bijzonder. We geloven echt dat God aan het werk is onder de Koerden.”
Het is nu de derde keer dat de Koerdenwerker bij Gave een conferentie organiseert. Begon hij alleen, intussen heeft hij een team van Koerdische christenen om zich heen.
En ook op deze conferentie zullen er weer Koerden christen worden, zegt hij. Zij zullen voortaan maandelijks een „discipelschapstraining” gaan volgen, „ergens in den lande.” Om zelf te kunnen gaan evangeliseren. In Nederland, maar mogelijk straks ook in hun land van herkomst: Irak, Iran, Syrië, Turkije.
Is Faraidoun, zijn deze ex-moslims, niet bang voor vervolging? „In twee maanden tijd zijn in ons huis twee keer de ruiten ingegooid. Daar hébben we dus mee te maken. Maar we hebben besloten, ook als team: wij leven voor Christus. Paulus zegt: Ik schaam mij het Evangelie van Jezus Christus niet. Ik wil er zijn voor mijn volk. Want als wij zo voorzichtig blijven, als wij maar steeds binnen blijven zitten, dan horen anderen, moslims, het Evangelie nooit.”