Die harde en „onaangename” boodschap kreeg minister Ben Bot (Buitenlandse Zaken) woensdag te horen tijdens een bezoek aan de universiteit van Peshawar in het noorden van Pakistan. Het bezoek maakte deel uit van een negendaagse reis van de bewindsman door Centraal-Azië.Als eerste westerse minister van Buitenlandse Zaken sinds de heftige commotie rond de Deense spotprenten over de profeet Mohammed ondernam Bot in een van de bakermatten van de fundamentele islam een poging tot verzoening. In zijn rede voor een gehoor van circa 200 studenten en genodigden probeerde hij een brug te slaan tussen westerse waarden en het moslimgeloof.

Hoogleraar en geestelijke Syed Mussarat Shah viel in zijn antwoord op de rede van Bot scherp uit naar de westerse beschaving. „Gedurende vijf eeuwen worden wij door de witte mens geslagen, uitgehongerd, beroofd en geminacht. Ik heb mensen gedood, gemarteld, verminkt en beledigd zien worden en tot waanzin zien gedreven. Christenen, hindoes en boeddhisten hebben in de geschiedenis miljoenen mensen gedood, maar de moslims zijn de enigen die worden gedemoniseerd.”

Bot, die de litanie met een gepijnigd gezicht aanhoorde, zei na afloop „onaangenaam verrast” te zijn door het harde verhaal van zijn gastheren. Maar het toonde nog eens aan „hoe sterk een moslim zich geschoffeerd voelt bij elke aanval op de profeet.”

Toch gelooft Bot niet dat zijn bezoek voor niets was geweest. Beide docenten kwamen na afloop naar hem toe om uit te leggen dat het allemaal niet zo serieus was bedoeld. Af en toe, en zeker voor dit gehoor, waar ongetwijfeld mensen van de taliban aanwezig waren, moest er een krachtige boodschap worden afgegeven, kreeg hij te horen. Maar zij waren blij dat de minister deze lange reis had willen maken om de dialoog weer op gang te helpen en riepen hem ertoe op spoedig terug te keren.