De milieuorganisatie zaaide woensdag biologisch spinaziezaad op het veld om te voorkomen dat de genmaiszaadjes uitkomen.„Wij zijn heel verontwaardigd. Een boer zou ontploffen als dit gebeurde. Zie het maar als huisvredebreuk”, stelt woordvoerder Simon Vink van de universiteit. Wageningen UR zal aangifte doen bij de politie en „staan op vervolging.” Ook inventariseert de instelling de schade om deze te verhalen op Greenpeace.

Wageningse onderzoekers voeren de proef met genetisch gemodificeerde mais uit in opdracht van het ministerie van Landbouw. De proef is bedoeld om te bekijken wat een veilige afstand is tussen velden met gengewassen en bijvoorbeeld biologische groenten, zonder dat de biovelden ’vervuild’ raken met deeltjes gengroente.

Greenpeace wil de proef met de nieuwe actievorm verhinderen. Zes actievoerders zaaiden woensdagochtend het proefveld in met spinaziezaad. Het is de bedoeling dat de spinazieplantjes eerder boven de grond komen dan de mais, waardoor het veld onbruikbaar wordt. De organisatie is tegen het telen van gengewassen omdat het „een onbetrouwbare techniek” is waarvan de gevolgen voor mens en milieu onvoorspelbaar zijn.

Het landbouwministerie is net als Wageningen UR niet blij met de actie van Greenpeace. „Het gaat om een toegelaten soort genmais en we hebben toestemming voor de proef”, aldus een woordvoerster van het departement. De genmais die bij wijze van proef verbouwd wordt, is in de EU toegelaten voor voeding en diervoeder. Dit betekent dat iedere boer deze gewassen kan telen.

De komende jaren houden Rijk en universiteit op nog vijf andere akkers buiten Lelystad -in de gemeenten Nuth en Meerlo-Wanssum (beide Limburg), Drimmelen (Noord-Brabant) en op twee velden in het Drentse Borger-Odoorn- vergelijkbare proeven. Bescherming van deze akkers tegen acties van tegenstanders van de gentechteelt is volgens het ministerie lastig. „Je kunt er moeilijk een cordon ME’ers omheen zetten.” Ook woordvoerder Vink van Wageningen vindt bewaking ondoenlijk. Het zou de proeven ook veel te duur maken.

Het ministerie van VROM, dat vanuit milieuoogpunt bij de proeven betrokken is, legt uit dat geheimhouding van de proeflocaties niet kan. Europese regels verplichten deze locaties openbaar te maken. Nederland wil ook zelf in het kader van „open en transparant” bestuur deze locaties bekendmaken, benadrukt een woordvoerster van VROM.