Overgewicht
Tot de Nederlandse samenleving begint door te dringen dat overgewicht hard op weg is een volksziekte te worden. Weliswaar een welvaartsprobleem, zoals ondervoeding een armoedeprobleem is, maar niettemin een reëel gevaar voor de volksgezondheid.
De beide boosdoeners waar het beleid zich op richt, zijn de toenemende bewegingsarmoede en de overdaad aan voedselprikkels waarmee we in onze welvaartssamenleving van jongs af aan worden geconfronteerd, met als gevolg een toenemende overconsumptie (wel de toxische, vergiftigende leefomgeving genoemd).Over beide ’boosdoeners’ enkele onderzoeksresultaten.
In Arbo , vakblad over arbeidsomstandigheden (nummer 04-2006) staat een verslag van een onderzoek naar hoe een bedrijf het beste werknemers kan stimuleren vaker de trap te nemen. Traplopen is namelijk een eenvoudige vorm van lichaamsbeweging die niet veel tijd kost en geschikt is voor veel werknemers.
Traplopen draagt niet bij aan het halen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Die stelt immers dat volwassenen op minimaal vijf dagen per week minimaal dertig minuten matig intensief moeten bewegen om hun gezondheid op peil te houden. De in deze norm genoemde dertig minuten mag namelijk in niet meer dan drie tot zes periodes verdeeld worden en traplopen zal zelden meer dan enkele minuten duren.
Toch is het stimuleren van traplopen zinvol, omdat de norm ook stelt dat ieder beetje bewegen al goed is. Daarnaast verbruikt de trappenloper extra energie, wat goed is om overgewicht te voorkomen.
TNO onderzocht op welke manier trapgebruik bij werknemers het best te stimuleren is. Hiertoe zijn vier verschillende manieren van stimuleren onderling vergeleken:
- posters die uitnodigen tot traplopen;
2) opvallende, felgroene voetstappen op de vloer, die de route naar de trap markeren;
3) sportafbeeldingen in het trappenhuis om het aantrekkelijk te maken de trap te nemen;
4) het verminderen van de aantrekkelijkheid van de lift door de wachttijden voor de lift te verlengen.
Het onderzoek werd uitgevoerd in twee bedrijven met 150 tot 250 werknemers verspreid over vier verdiepingen.
Het leverde als resultaat op dat voetstapjes om de route naar de trap te markeren de beste methode vormen om trapgebruik te stimuleren. Werknemers waardeerden deze methode niet alleen meer dan de andere methodes, maar er werden ook de grootste effecten mee bereikt. Het trapgebruik steeg met 5 tot 10 procent.
Het gebruik van voetstapjes naar de trap kan, zeker in combinatie met communicatie over gezondheid en de gezondheidsvoordelen van bewegen, een goedkope, gemakkelijke en laagdrempelige manier zijn om werknemers te stimuleren meer te bewegen op het werk.
In De Psycholoog (april 2006) maakt onderzoeker mevrouw dr. T. van Strien een onderscheid tussen externe eters, waarop de bestrijding van overgewicht zich veelal richt, en een omvangrijke categorie mensen met overgewicht die geen baat hebben bij de gebruikelijke maatregelen en therapieën.
Deze laatste categorie noemt zij emotionele eters. Ook zij zijn gevoelig voor de overdaad van prikkels uit onze overdadige leefomgeving, maar het overeten wordt bij hen toch vooral veroorzaakt door negatieve emoties. Het zijn twee mechanismen die elkaar niet uitsluiten, maar bij ieder mens voorkomen, zij het met verschillende accenten.
Emotioneel eten betreft eten bij emoties als depressie, eenzaamheid of verveling. Het is eigenlijk een onnatuurlijk antwoord op negatieve emoties. De natuurlijke reactie op stress is dat de samentrekkingen van de maag ophouden en het bloedsuikergehalte omhooggaat. Een effect dat vergelijkbaar is met de verzadiging die normaal ontstaat na inname van voedsel.
Externe eters laten zich eerder dan anderen door sterke voedselprikkels uit de omgeving tot eten verleiden, zonder dat zij acht slaan op hun werkelijke lichamelijke behoefte aan voedsel.
Het overmatig eten lijkt vooral te berusten op aangeleerde verkeerde eetpatronen.
De onderzoeker bepleit een behandeling op maat. Voorafgaand aan de behandeling van een cliënt met eet- en/of gewichtsproblemen zal deze geclassificeerd dienen te worden als een externe of emotionele eter.
Externe eters kunnen in een cognitieve gedragstherapie beter leren omgaan met hun gevoeligheid voor voedselprikkels en leren anticiperen op risicosituaties. Emotionele eters zullen via de zelfconfrontatiemethode beter met hun emoties leren omgaan. Deze methode reikt hulpmiddelen aan om de emotioneel gevoelige domeinen van het bestaan in kaart te brengen, waardoor duidelijk wordt wat het onnatuurlijk overmatig eten veroorzaakt.
Drs. M. Burggraaf, voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede.