NS en politie wijzen kritiek op boetebeleid af
UTRECHT (ANP) – De Nederlandse Spoorwegen en de Spoorwegpolitie hebben dinsdag afwijzend gereageerd op kritiek van de vakbonden op het boetebeleid dat sinds 1 oktober vorig jaar van kracht is in de trein.
FNV Bondgenoten en de conducteursorganisatie VVMC willen dat de conducteurs weer meer zelf moeten kunnen bepalen of ze iemand een boete opleggen of niet. Op grond van het huidige beleid moeten ze altijd een boete uitschrijven als een reiziger geen kaartje kan laten zien.
„Conducteurs lopen met de ziel onder hun arm", stelde vakbondsbestuurder Roel Berghuis van FNV Bondgenoten. Hij spreekt van een „raar en hard beleid" waar conducteurs mee worstelen. Wim Eilert, bestuurder bij de VVMC, onderschrijft de kritiek. Berghuis en Eilert stellen dat er te weinig (Spoorweg)politie beschikbaar is voor het ondersteunen van conducteurs in nood. Daardoor zouden zwartrijders soms zelfs de dans ontspringen.De NS zijn verbaasd over de kritiek, omdat het nieuwe boetebeleid volgens de spooronderneming succes heeft. De Spoorwegpolitie voelt zich evenmin aangesproken. „Sinds de invoering van het boetebeleid is de agressie op de trein gedaald en is het aantal zwartrijders afgenomen", benadrukt de Spoorwegpolitie.
Deze organisatie wijst er ook op dat bij aanvang van het boetebeleid was verwacht dat de agressie onder treinreizigers zou toenemen. „De Spoorwegpolitie heeft in die tijd extra politiemensen ingezet om conducteurs te ondersteunen bij eventuele agressieve reizigers. Al snel bleek dat er weinig agressie tegen treinpersoneel was en toen is deze extra inzet teruggebracht tot normale sterkte".
De Spoorwegpolitie is naar eigen zeggen „veel op de trein aanwezig". Op drukke trajecten waar veel overlast is, zet de politie speciale surveillanceteams in. „De politie komt ter plaatse in meer dan 90 procent van de assistentieaanvragen door spoorwegpersoneel. Als de Spoorwegpolitie een te lange aanrijtijd heeft, komt de regiopolitie".