Buitenland

Voorlopig alleen lichte taken voor EU-leger

De beoogde Europese snelle interventiemacht zal vanaf 2003 voorlopig alleen lichte taken kunnen uitvoeren. Een grootschalig militair ingrijpen zit er vooralsnog niet in. Dat bleek gisteren tijdens een vergadering van de EU-ministers van Defensie in Brussel.

Van onze buitenlandredactie
20 November 2001 10:48Gewijzigd op 13 November 2020 23:16

Volgens de Nederlandse bewindsman De Grave maken de lidstaten te weinig vorderingen bij het nakomen van hun verplichtingen in dit verband. Zo is er bijvoorbeeld behoefte aan de beschikbaarheid van meer materiaal in de sfeer van transport en communicatie.

Hij oordeelt wel positief over de hervormingen binnen de militaire apparaten. Door die veranderingen zijn legeronderdelen mobieler en sneller inzetbaar. Maar de inspanningen schieten tekort om de EU spoedig, als de omstandigheden onverhoopt daartoe zouden nopen, opdracht te geven voor een uitgebreide missie. De Grave denkt dat in 2003 alleen activiteiten mogelijk zijn die weinig geweld vereisen. In eerste instantie lijkt alleen een optreden als een soort veredelde politiemacht haalbaar.

De ministers werden vermanend toegesproken door Javier Solana, de coördinator voor het veiligheids- en buitenlands beleid van de Unie. „Een grotere inzet is nodig om de meest complexe operaties efficiënt en zonder beperkingen voor onze rekening te kunnen nemen”, benadrukte hij. De voormalige NAVO-topman dringt erop aan dat de regeringsleiders zich volgende maand tijdens hun top in Laken vastleggen op het versnellen van de voorbereidingen.

De Europese partners besloten in 1999 tot de oprichting van een interventiemacht voor het afdwingen en handhaven van de vrede op het eigen continent. Zij willen dat in een crisissituatie binnen twee maanden 60.000 soldaten op de been zijn. Als streefdatum geldt 1 januari 2003.

De Grave herhaalde dat het niet de bedoeling is de NAVO overbodig te maken. De te creëren defensiecapaciteit dient er juist toe het bondgenootschap aan te vullen en de Amerikanen te ontlasten voor wat betreft hun aanwezigheid aan deze zijde van de Atlantische Oceaan.

Luchtafweer
Zes Europese landen gaan samenwerken bij het ontwikkelen van de technologie voor een luchtafweersysteem. De groep omvat Duitsland, Frankrijk Groot-Brittannië, Italië, Spanje en Zweden. De betrokken ministers van Defensie tekenden gisteren een verklaring om het project te starten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer