Werkgelegenheid Europa groeit matig
De werkgelegenheid in Europa groeit dit jaar met slechts 0,3 procent. Dat betekent dat er voor 1,5 miljoen mensen werk bijkomt. Volgend jaar trekt de groei aan tot 1 procent, zo heeft de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, becijferd.
Vorig jaar nam de werkgelegenheid in de Europese OESO-landen toe met 0,9 procent. In de Europese Unie lag dat percentage op 1,3. De Verenigde Staten zagen de werkgelegenheid afnemen met 0,1 procent, zo staat in het dinsdag verschenen, jaarlijkse OESO-rapport over de werkgelegenheid in de 35 aangesloten landen.
Het was voor het eerst sinds het begin van de jaren negentig dat er in Europa meer werk ontstond dan in de VS. De Amerikaanse arbeidsmarkt zal ook dit jaar krimpen, met 0,4 procent. Volgend jaar is daar weer sprake van groei (1,4 procent).
In zijn Employment Outlook schrijft de OESO verder dat de werkloosheid in het afgelopen decennium bescheiden is verminderd. Die vermindering rechtvaardigt volgens de organisatie evenwel geen enkele afzwakking van de pogingen om de arbeidsmark te hervormen.
De werkloosheid in de OESO-landen stond in 1993 op haar hoogtepunt met 8 procent van de beroepsbevolking. In 2000 was dat 6 procent, maar sindsdien is het werkloosheidspercentage weer opgelopen tot ongeveer 7. De percentages maskeren grote verschillen tussen de afzonderlijke landen. Tegenover vooruitgang in sommige landen stond nauwelijks verandering of zelfs achteruitgang in andere landen.
In de meeste landen moeten op de korte en middellange termijn maatregelen worden genomen om meer mensen aan het werk te houden en te krijgen. De OESO noemt dat een uitdaging, zeker gezien de vergrijzing van de bevolking en de veranderingen op technologisch gebied. Ook in landen die het economisch gezien beter doen, zitten er nog veel mensen buiten het arbeidsproces, vooral ouderen en mensen met een lage opleiding.
Volgend jaar houdt de OESO een ministersconferentie over werkgelegenheid. De organisatie stipt in haar rapport enkele onderwerpen daarvoor aan. Zo wil ze de doelmatigheid van door overheden gefinancierde banenprojecten voor jongeren ter sprake brengen.
Ook het verschil in beloning en in andere arbeidsvoorwaarden voor vrouwen en mannen acht de OESO een onderwerp voor het overleg. In veel landen is er volgens de organisatie een verschil in werkgelegenheid. Vooral laag opgeleide vrouwen en moeders zitten daar op achterstand.
Ook wil de OESO dat arbeidsmarktbeleid en sectorbeleid beter worden gecoördineerd. Zo wil de instelling voorkomen dat te veel nadruk op bepaalde sectoren de kans op en het behoud van werk nadelig beïnvloedt. Aan de andere kant mogen te hoge lonen en maatregelen ter behoud van werkgelegenheid bedrijven er niet van weerhouden te investeren in nieuwe technologie.