Kerk zwijgt over christelijke wortels EU
BRUSSEL - Het ontbreken van een verwijzing naar de christelijke wortels van Europa vormde voor sommige burgers in Nederland een overweging om tegen de EU-grondwet te stemmen. Een vertegenwoordiger van de kerken binnen de Unie weigerde deze week echter in Brussel erop aan te dringen alsnog zo’n passage op te nemen in de tekst.
Hoe moet het verder met het in de voorbereidingsfase gecrashte verdrag? Door het nee bij de referenda in Frankrijk en Nederland, bijna elf maanden geleden, verdween de invoering ervan uit beeld en raakte het goedkeuringsproces in een crisis. De regeringsleiders besloten een reflectieperiode in te lassen. In juni dienen zij uitsluitsel te geven over het vervolgtraject. Maar er heerst „een comateuze stilte”, zoals CDA-Europarlementariër Eurlings het maandagavond uitdrukte. Geen verrassende ideeën uit de hoofdsteden. Niemand weet het blijkbaar. Een snelle oplossing zit er niet in.Waarschijnlijk zal de denkpauze worden verlengd, tot halverwege 2007. Dan berust het voorzitterschap van de EU bij de Duitse bondskanselier Merkel, die in december imponeerde met haar bemiddelende rol bij de moeilijke begrotingsonderhandelingen. Dan zijn voorts in de beide lidstaten waar de bevolking vorig jaar afwijzend oordeelde verkiezingen achter de rug en dat vergroot wellicht de speelruimte om de impasse te doorbreken.
Van een debat is tot dusver weinig terechtgekomen. De commissie voor constitutionele zaken uit het Europees Parlement probeert daarin verandering te brengen. De afgelopen twee dagen hield zij een hoorzitting -opvallend was trouwens dat veel leden schitterden door afwezigheid- met afvaardigingen van overkoepelende belangenorganisaties van diverse groepen en sectoren uit de maatschappij, waaronder onderwijs, kunst, milieu, consumenten, ontwikkelingssamenwerking en journalistiek. Binnenkort wil zij ook uitgebreid van gedachten wisselen met delegaties uit de nationale volksvertegenwoordigingen. Daarna, eind mei, doet staatssecretaris Nicolaï in het EP verslag van de resultaten van de enquête die de regering in ons land via internet heeft gehouden om de publieke opinie hier te peilen.
Het moet gezegd worden, er waren deze week niet alleen voorstanders van een voortgaande eenmaking uitgenodigd. Sceptici kregen eveneens de gelegenheid hun visie te verwoorden. Uit hun bijdragen vielen wat betreft de bedenkingen twee hoofdlijnen te destilleren.
Zo ageerde Kevin Bonici van de Europese Alliantie van EU-kritische bewegingen tegen de centralisatie van macht in Brussel, tegen het gevaar van een superstaat. „De Unie heeft haar democratische basis in de parlementen van de afzonderlijke landen. Het almaar overhevelen van bevoegdheden is vanuit dat oogpunt een gevaarlijk spelletje”, benadrukte hij. Eric Goeman van het Belgische Attac hamerde op iets anders: het „brede ongenoegen” over de aantasting van, onder invloed van de globalisering, sociale verworvenheden. „De burgers beschouwen de EU eerder als bedreigend dan als beschermend.”
Ook woordvoerders vanuit de religieuze gemeenschappen kwamen op de hoorzitting aan bod. Peter Pavlovic zei als studiesecretaris van de Conferentie van Europese Kerken te spreken namens 125 kerken. Hij betoogde: „Het eenwordingsproject moet een ziel krijgen, anders mislukt het.” Dat vertaalde hij in een pleidooi voor meer aandacht voor onderwerpen als het sociale beleid, de integratie van minderheden en migranten en de armoedebestrijding. „Mensen niet alleen behandelen als producenten van goederen en diensten.”
Europarlementariër Belder (CU-SGP) haakte er onmiddellijk op in. Het niet vermelden van het joods-christelijke gedachtegoed in de preambule van het ontwerpverdrag als traditie waarop de EU is gegrond heeft bij het christelijk volksdeel in Nederland geleid tot vervreemding ten aanzien van dat document, legde hij voor. Om te vervolgen: „Ik hoor daar niets over. Speelt dat voor u niet? Nota bene een vertegenwoordiger van de kerken zwijgt op dit punt.”
Belder daagde Pavlovic tevergeefs uit tot een duidelijke stellingname. Betrokkene merkte in zijn repliek alleen op teleurgesteld te zijn over de toon van het debat over deze kwestie en over de wijze waarop in dit verband God in discussie is geraakt. Henrik Lesaar, die de opvatting van de bisschoppen uit de EU vertolkte, verklaarde na afloop overigens desgevraagd dat voor de Rooms-Katholieke Kerk in ieder geval de inhoud van het voorwoord bij de grondwet nog altijd op de agenda staat.