Kerk & religie

„Oordeelsprediking nodig in kerk”

LEICESTER - „Het werk van de dienaar Gods is het mooiste en tegelijkertijd het vreselijkste.” In zijn preek over de Judasbrief stelde ds. Maurice Roberts dinsdag bij de opening van de Leicesterconferentie dat de valkuilen bij het werk voor de Heere vele zijn.

Van een medewerker
26 April 2006 11:04Gewijzigd op 14 November 2020 03:41

De valkuilen kunnen volgens ds. Roberts onder één noemer worden gebracht: ontkenning van het ware karakter van God.Op de door de Schotse uitgeverij The Banner of Truth georganiseerde predikantenconferentie in het Engelse Leicester sprak de predikant over het gevaar, onze plicht in het licht van dit gevaar en onze hoop in het licht van de overwinning. „Waar wij afwijken zullen wij vallen, maar Hij Die ons opvoedt, behoedt ons voor meer dan een tijdelijke val.”

Ds. Edward Donnelly uit Noord-Ierland behandelt gedurende drie avonden de dienst van Jeremía in het licht van het thema ”Prediking in heidense tijden”. Onze tijd maakt de prediking van Jeremía hoogst actueel, zei ds. Donnelly. „In de prediking dient het oordeel Gods centraal te staan. Vanuit dit oordeel krijgt het geheel van Gods raadsbesluiten gestalte. De prediking moet echter wel het zegel van goddelijke autoriteit dragen. God Zelf moet de woorden in de mond leggen.”

Voor dergelijke oordeelsprediking zijn volgens ds. Donnelly drie redenen aan te voeren: de crisis in de tijd van Jeremía komt overeen met de crisis in onze tijd, er bestaat een sterk en onterecht vertrouwen in de menselijke mogelijkheden deze crisis te bezweren en er is grote geloofsafval binnen de kerk.

Ds. Donnelly stelt de oordeelsprediking tegenover de prediking die groeikerkspecialisten op de markt brengen. „Het oordeel aanzeggen is onder deze omstandigheden de manier om God de eer te brengen. God haat de zonde, God toornt over vals optimisme, onverminderd, en naar de tijdsomstandigheden met grote toorn. Oordeelsprediking moet de luisteraar hiervan overtuigen. Dat is de waarheid prediken, dat is de oordelen Gods van tevoren uitleggen. Slechts overtuiging van zonde leidt tot verlossing. Christus prediken is genade prediken, maar oordeelsprediking is evenzeer Christusprediking. In ons oordeel wordt Zijn kruis zichtbaar.”

Ds. Graham Heaps uit Yorkshire wees op het misverstand dat een voorganger door ervaring in de gemeente steeds beter zou gaan functioneren. Oefening kan in plaats van kunst ook leerstellige scheefgroei en pastorale schipbreuk baren.

Naar aanleiding van Galaten 4:19-20 werd gesproken over de wijze waarop Christus in een mens gestalte moet krijgen. Over dit thema sprak ds. A. N. Martin. Neem uzelf en uw onderwijs nauwlettend in acht, was zijn boodschap. „Het gaat er in 1 Timótheüs 4:12-16 niet alleen om of de Heere het weet, maar vooral ook of de mensen het zien. Timótheüs mag geen reden tot verachting geven. Door een voorbeeldig leven kan hij bezwaren tegen zijn jonge leeftijd wegnemen en zo anderen overtuigen. Jezelf geheel geven, maar ook prioriteiten stellen in eigen studie en onderwijs is van groot belang.”

De Amerikaanse predikant ds. Garry Williams begon zijn lezing over Jonathan Edwards en het verzoenende werk van Christus met te wijzen op de zeer tegenstrijdige reacties die Edwards bij lezers en hoorders opriep. De een noemde hem liefdeloos, de ander juist vol van liefde. „Twee woorden die bij Edwards veel voorkomen, zijn ”oneindigheid” en ”voortreffelijkheid”. Deze begrippen dienen ertoe op relatieve wijze, naar menselijk begrip, over God te spreken. Niet vanwege een gebrek bij God, maar juist vanwege Zijn overvloed aan heiligheid is de afstand tot de mens moeilijk te overbruggen. Waar God mens werd maar God bleef, is daarom bij Edwards reeds sprake van onpeilbaar lijden. Voornamelijk Zijn dood, maar ook het gehele leven van Christus droeg het teken van lijden en genoegdoening.”

Edwards komt ertoe de gedachte van Christus aan het kruis te onderzoeken, zo zei ds. Williams. „Vrijwillig lijden veronderstelt kennis van de reden van dit lijden. Alleen zo kon Christus de diepte van Gods haat tegen de zonde ondergaan. Hierin meent Edwards dat de Zoon wist dat de Vader geen persoonlijke wrok tegen Hem koesterde. De liefde van God moest Hem helder voor ogen staan tot eer van de Vader. Niet alleen wat Adam gedaan had, maar ook wat Adam nagelaten had te doen, moest worden volbracht in volmaakte kennis en vrijwilligheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer