Tegenspoed
Zoals de tekst zegt, is ook het leven van de kinderen Gods gelijk een doelwit waartegen allerlei pijlen van kruis en ellende worden afgeschoten. Gelijk er nooit zo’n lieflijke dag is, of zij heeft ook haar donkere nacht. Zo is er ook nooit zo’n grote voorspoed bij de gelovigen in dit leven, of er volgt ook wel een droevige nacht van tegenspoed.
Gelijk Christus eerst een kroon van doornen moest dragen eer Hij met een hemelse kroon werd gekroond, zo wil God dat Zijn duur gekochte kinderen niet anders dan door de weg van lijden zullen komen in het eeuwige verblijden. „Gelijk een lelie onder de doornen, is mijn vriendin onder de dochteren.” Gelijk een lelie, die onder de doornen staat, daardoor geprikkeld, gestoken en verdrukt wordt, zo is ook de kerk Gods hier op aarde aan vele verdrukkingen onderworpen. Die worden haar door God tot haar bestwil, ja tot haar zaligheid gezonden.Zo wordt de staat van de kinderen Gods hier op aarde afgebeeld als een barende vrouw die in de woestijn van de draak gedwongen wordt te vluchten. Dat is te lezen in het twaalfde hoofdstuk van Openbaring. Kijken we naar David, de man naar Gods hart, wat heeft hij niet zijn gehele leven moeten sukkelen. Toen hij jong was, moest hij vechten tegen een leeuw en een beer. Toen hij koning was, werd hij door de goddeloze Simeï vervloekt. Hij werd door Absalom uit zijn rijk verstoten. Hoor hem klagen in de derde Psalm.
Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (”Geestelijk Alarm”, 1653)