Verdediging Aholdtop haalt uit naar OM
AMSTERDAM - De advocaten van de voormalige Aholdtop eisten deze week zonder uitzondering vrijspraak in het strafproces naar de boekhoudfraude. Volgens de verdediging zijn de verdachten het slachtoffer geworden van een hetze.
De toplieden van het Zaanse supermarktconcern hebben nooit moedwillig de accountant en aandeelhouders misleid, stelden de zeven strafadvocaten. Het volledig meetellen van de omzet van buitenlandse dochterbedrijven bij die van Ahold was volgens hen terecht.Justitie is in de haast om de bedrijfstop achter de tralies te krijgen gestruikeld over het eigen, slordig uitgevoerde onderzoek, meent de verdediging. De tenlasteleggingen, waaraan het openbaar ministerie vorige week forse strafeisen koppelde, werden in de dagenlange pleidooien fel aangevallen. „Het OM roept maar wat”, constateerde advocaat Dian Brouwer donderdag in zijn slotpleidooi, terwijl het projectiescherm de tekst ”Requisitoir = Onzin!” toonde.
De aanhoudende kritiek van de verdediging op het OM leidde tot voorzichtig optimisme bij de verdachten. „We doen er straks nog een schepje bovenop”, liet voormalig bestuursvoorzitter Cees van der Hoeven, bekend als hoofdverdachte, zich tijdens een schorsing ontvallen.
De kruideniers van wereldformaat, zoals de Aholdbestuurders door een advocaat werden betiteld, zijn het slachtoffer van een hetze, meende Mischa Wladimiroff, de raadsman van Van der Hoeven. De verdediging neemt het justitie kwalijk dat zij de voormalige Aholdtop al halverwege het strafonderzoek tot verdachte bestempelde. Dit had volgens hen zijn weerslag op het opsporingsonderzoek. „Het lijkt alsof er een spook rondwaart bij de FIOD-ECD en het OM: het spook dat verdachten niet gelooft, enkel omdat zij worden verdacht”, zei Jan Sjöcrona, die samen met Brouwer de oud-commissaris Roland Fahlin en ex-bestuurder Jan Andreae bijstaat. De advocaat vroeg gisteren het OM niet-ontvankelijk te verklaren.
„Het strafonderzoek hangt aan elkaar van vermoedens, vooringenomenheid en slordigheden, betoogde Sjöcrona. De snelheid waarmee het OM het opsporingsonderzoek op de rails zette, leidde volgens de advocaat tot onvoldoende diepgang en ontoelaatbare eenzijdigheid. „Door het gebrek aan grondigheid en integriteit heeft het OM zijn vervolgingsrecht verspeeld.”
Financieel directeur Michiel Meurs was de drijvende kracht achter de control-letters, waarin Ahold zeggenschap opeiste bij de gezamenlijke dochterbedrijven in Zuid-Amerika en Europa. Deze zeggenschap was nodig om onder Amerikaanse boekhoudregels de volledige omzet van de minderheidsdeelnemingen bij de eigen omzet te mogen tellen. Meurs hield brieven waarin deze zeggenschap letterlijk werd ontkend, de zogeheten side-letters, in een lade van zijn secretaresse verborgen voor de accountant. Maar hij heeft nooit bewust iemand misleid, stelde zijn advocaat.
Van der Hoeven houdt vol nooit van de side-letters te hebben geweten, ook al ondertekende hij er een. Andreae en Fahlin zagen geen kwaad in de elkaar tegensprekende brieven. „Zij hadden geen praktijkervaring en affiniteit met de wereld van de haute finance”, benadrukte Sjöcrona. Supermarktman Andreae begreep de consolidatiediscussie niet tot in detail. „Hij vertrouwde op de betrouwbaarheid van de teksten. Andreae had, net als Fahlin, vanuit zijn professie niets te zoeken bij de accountants”, hield de advocaat de rechtbank voor.
De scherpe koersval die in februari 2003 volgde op de openbaring van de problemen bij Ahold was niet het gevolg van de consolidatiekwestie, maar van de fraude bij Aholddochter US Foodservice, betoogde een raadsman van Van der Hoeven deze week. Die fraude speelt geen rol in deze rechtszaak.
Donderdag mag het OM repliek leveren op de pleidooien van de advocaten. De daaropvolgende woensdag krijgt de verdediging van de Aholdtop de kans hierop te reageren. Op 22 mei doet de rechter uitspraak.