De Tweede Kamer wil eerst van staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken horen welke maatregelen hij precies zal nemen om concurrentievervalsing en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Van Hoof denkt hier in november of december mee te komen.Dat bleek woensdag tijdens een debat met de staatssecretaris. Een Kamermeerderheid vreest dat het openen van de grenzen voor arbeidskrachten uit Oost–Europa ten koste zal gaan van de positie van Nederlandse werknemers. Alleen VVD en D66 zien geen problemen.

Nu kunnen werknemers uit landen die in 2004 lid zijn geworden van de Europese Unie, alleen in Nederland aan de slag als het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) daarvoor toestemming heeft gegeven. Uiterlijk op 1 januari 2009 moet die beperking zijn opgeheven. De Europese Commissie wil vóór 1 mei weten wat Nederland in de tussenliggende jaren doet.

Van Hoof zei woensdag dat hij aan Brussel zal melden dat Nederland vooralsnog vasthoudt aan zijn huidige regime. Hij zal daar wel aan toevoegen dat het werkt aan maatregelen die het mogelijk moeten maken de grenzen al per 1 januari volgend jaar te openen.

De bewindsman houdt vast aan zijn plan om het al per 1 mei makkelijker te maken een werkvergunning van het CWI te krijgen. Wel neemt hij een voorstel van het CDA over om in een aantal sectoren vooralsnog vast te houden aan een strengere aanpak, in overleg met vakbonden en werkgeversorganisaties. Het gaat om bedrijfstakken, zoals de land– en tuinbouw, bouw en transport, waar gevreesd wordt voor verdringing van Nederlandse werknemers door arbeidsmigranten.

CDA–Kamerlid Van Hijum toonde zich tevreden met de toezeggingen van de staatssecretaris. „Nu is in ieder geval duidelijk dat 1 januari 2007 niet heilig is”. Maar voordat het debat volgende week verder moet Van Hoof volgens Van Hijum nog wel duidelijk maken aan welke voorwaarden sectoren moeten voldoen om vrijgesteld te worden van de huidige strenge aanpak.