Transport splijtstof Borssele gaat door
DEN HAAG - Het transport van gebruikte splijtstofstaven uit de kerncentrale in Borssele naar een nucleaire opwerkfabriek in het Franse La Hague eind deze maand kan doorgaan.
De Raad van State heeft hiervoor het sein op groen gezet. In een drietal voorlopige uitspraken heeft het rechtscollege woensdag de bezwaren van milieuorganisatie Greenpeace tegen het transport van tafel geveegd.Greenpeace stapte naar de Raad van State in de hoop het voor eind april geplande transport per trein te kunnen blokkeren. De staatsraad ziet daar nu geen reden voor, omdat de transporten al sinds jaar en dag plaatsvinden en eerder door de raad zijn goedgekeurd.
Later dit jaar verdiept het rechtscollege zich tijdens een bodemzaak verder in de kwestie. Dan wordt gekeken of er sprake is van het transport van radioactief afval, waarvoor een veel strengere vergunningsprocedure moet worden gevolgd.
In dit stadium neemt de Raad van State genoegen met een verwijzing naar het contract tussen energiebedrijf EPZ, de eigenaar van de centrale, en de Franse opwerkfabriek Areva, voorheen Cogema. In dat contract staat dat de staven voor verder gebruik worden opgewerkt en niet als „afval” worden ingenomen.
De uitspraak is een tegenvaller voor Greenpeace. De organisatie wil een eind maken aan het transport van de staven naar de fabriek van Areva. Daar werkt men de uraniumstaven op die in de Borsselse kerncentrale zijn gebruikt. Daarbij ontstaat deels nieuwe brandstof en deels kernafval. Dat laatste wordt opgeslagen in een speciale bunker van de centrale opslag van radioactief afval in Borssele.
Volgens Greenpeace handelen zowel Nederland als Frankrijk in strijd met de kernafvalregels door de op te werken splijtstofstaven niet als afval maar als brandstof te behandelen. Greenpeace meent dat Nederland geen kernafval mag uitvoeren en dat Frankrijk geen Nederlands kernafval mag opslaan.