Dat zei minister Bot van Buitenlandse Zaken dinsdag in de Tweede Kamer. De bewindsman betoogde dat de Hamasregering pas op financiële steun hoeft te rekenen als ze Israël erkent, geweld afzweert en de bestaande overeenkomsten en verplichtingen aanvaardt. Bot riep anderzijds Israël op om niet door te gaan met de bouw van de afscheidingsmuur en van nieuwe nederzettingen in bezette gebieden en om de zogeheten routekaart naar vrede na te leven.In antwoord op Kamervragen van SGP, VVD, LPF, Groep Wilders, ChristenUnie en CDA schreef Bot dinsdag aan de Kamer dat precieze cijfers van de steun aan de Palestijnse gebieden voor dit jaar nog niet beschikbaar zijn.

De Nederlandse hulp aan de Palestijnen bedroeg vorig jaar ruim 33 miljoen euro. Daarvan ging 11,8 miljoen naar de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen en was 1,5 miljoen bestemd voor noodhulp via andere VN-organisaties. Verder werd via de Wereldbank 5 miljoen euro bijgedragen aan een hervormingsprogramma van de Palestijnse overheidsfinanciën. Daarnaast besteedde ons land 5 miljoen aan een mensenrechtenprogramma en aan de opbouw van het Palestijnse politieapparaat. Voor wederopbouw van de Palestijnse economie schonk ons land via de VN 6,2 miljoen euro.

Nederland heeft het geld niet rechtstreeks aan de Palestijnse Autoriteit gegeven, maar besteed via de VN, de Wereldbank, de EU en onafhankelijke niet-gouvernementele organisaties. Of er dit jaar weer zo veel geld naar de Palestijnen gaat, is afhankelijk van de politieke omstandigheden, schrijft Bot. Zolang de Hamasregering niet aan de gestelde voorwaarden voldoet, hoeft ze niet op geld te rekenen van ons land, en ook niet van de EU, de VS, Rusland en de VN.