„Dit is werk van de hormoonmaffia”
Een van de boeren die is getroffen door het hormoonschandaal is Frits Vossen uit Roggel. „Wij zijn het slachtoffer van zware criminaliteit”, zei hij donderdag. „Dit is het werk van de hormonenmaffia. Het is de zoveelste gigantische klap voor ons bedrijf. Dit kunnen we echt niet hebben.”
Begin deze week heeft het ministerie van Landbouw op de varkensfokkerij en -mesterij van Vossen enkele dieren voor nader onderzoek weggehaald. Een proefslachting moet uitwijzen of er verboden hormonen in de varkens zitten. De uitslag verwacht Vossen deze week nog. Het ministerie van Landbouw heeft in afwachting daarvan zijn bedrijf geblokkeerd; hij kan met zijn varkens geen kant op.
Vossen zegt zijn veevoer altijd af te nemen van een gecertificeerd veevoederbedrijf. Daarvan mag worden verwacht dat het de regels in acht neemt. „Maar tegen hetgeen wat nu gebeurt kun je je niet wapenen”, verzucht hij.
Zijn collega-ondernemer Evert Hendrikx zegt dat het imago van de varkensboer door de hormoonaffaire weer een flinke deuk heeft opgelopen. Hendrikx is voorzitter van de afdeling Noord-Limburg van de Nederlandse Vereniging van Varkenshouders NVV. Hij is niet persoonlijk getroffen door het schandaal, maar betitelt de affaire als „erg triest” voor zijn getroffen collega’s.
„De meeste varkenshouders nemen geen risico’s bij de inkoop van veevoer”, legt Hendrikx uit. „Het veevoer is een dusdanig bepalende factor in je bedrijf dat je als varkenshouder altijd van hetzelfde bedrijf inkoopt. Er wordt weinig van leverancier gewisseld.”
Volgens Hendrikx zijn de Limburgse varkenshouders „zeer ongelukkig” met de ontstane situatie. „Wij kunnen niet ruiken of er iets mis is met het voer. We moeten gewoon afwachten waar het aan ligt, wie verantwoordelijk is en wie opdraait voor de schade. Ik weet ook niet of de inmiddels geblokkeerde bedrijven er iets aan kunnen doen. Ik kan me dat bijna niet voorstellen.”
Hendrikx wijst erop dat er strenge controles plaatsvinden op de grondstoffen van veevoer. „De leverancier hoeft ook niet verantwoordelijk te zijn, want die kan de grondstoffen weer elders hebben aangekocht”, zegt Hendrikx. „Wij mogen er als boeren van uitgaan dat het geleverde voer aan alle voorwaarden voldoet.” Hendrikx heeft zelf 100 zeugen en 3000 vleesvarkens.
Boer Frits Hubens uit Beesel was donderdag zijn varkensstallen aan het slopen. Tot voor kort had hij 800 varkens, maar hij is overgeschakeld op 100 melkkoeien en 250 geiten. De varkenshouderij vond hij toch te riskant. „Als zoiets gebeurt laat de consument het vlees links liggen. De varkenshouder gaat voor de bijl, terwijl hij er niets aan kan doen. Degenen die het voer mengen, proberen zo goedkoop mogelijk in te kopen en als het dan misgaat, weet iedereen zogenaamd van niets. Voordat dit probleem is opgelost, is weer heel wat varkensboeren de nek omgedraaid! Het ergste is dat winkeliers nu weer buitenlands varkensvlees gaan inkopen. En dat terwijl er in het buitenland totaal geen controle op de kwaliteit van het vlees is”, vindt Hubens.