Niet Berlusconi, maar Chirac wordt boos
BRUSSEL - De EU streeft ernaar tot 2010 elk jaar minimaal 2 miljoen extra banen te creëren. Dat hebben de regeringsleiders vrijdag vastgelegd tijdens hun beraad in Brussel. Een doel mag het officieel niet heten, want sommigen twijfelen aan de haalbaarheid ervan. Premier Balkenende houdt het op een „ambitie.”
Huidig EU-voorzitter kanselier Schüssel van Oostenrijk had zijn conclusie snel klaar: „Het was een succesvolle lentetop.”Onder journalisten circuleerde na afloop het begrip non-event, om daarmee uit te drukken dat de bijeenkomst weinig voorstelde. In ieder geval viel te constateren dat hij, conform de verwachtingen, geen opzienbarende beslissingen opleverde. Tegelijk gaat het te ver om te stellen dat een praatsessie als deze weinig zinvol is. Zoals een diplomaat het zei: „Je handhaaft er bepaalde onderwerpen mee op de agenda; als er op het hoogste niveau over gesproken wordt, geef je ze toch een zekere dynamiek.”
De politiek leiders maakten de balans op in het kader van de Lissabonstrategie, het programma gericht op het bevorderen van groei en werkgelegenheid. Hun communiqué staat weer bol van allerlei mooie voornemens.
Behalve het banenplan moeten in 2010 de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 3 procent van het nationaal inkomen bedragen, en schoolverlaters dienen dan binnen honderd dagen ingeschakeld te zijn voor een baan, een stage of vervolgopleiding.
In de praktijk zal blijken hoe het op nationaal niveau uitpakt. Papier is geduldig, zo is in het verleden gebleken.
De economie trekt inmiddels aan en dat verbetert het klimaat voor het verwezenlijken van de noodzakelijke, soms pijnlijke maatregelen. Maar in Frankrijk klonken recent luide protesten tegen versoepeling van het ontslagrecht voor jongeren en in Duitsland staakte overheidspersoneel tegen een langere werkweek.
Zijn dit zorgwekkende signalen? Nee, zegt voorzitter Barroso van de Europese Commissie, ze illustreren juist dat er volop wordt gewerkt aan de hervormingsagenda. Het realiseren daarvan gaat nu eenmaal niet zonder slag of stoot.
Een van de voornaamste onderwerpen op de tweedaagse vergadering betrof het energiebeleid. Typisch zo’n dossier dat nog niet verkeert in het stadium van besluitvorming, maar dat door het debat erover wel in beweging is.
Het idee van samenwerking op dit terrein kwam voor het eerst aan de orde afgelopen herfst, bij een informeel overleg op Hampton Court in Londen. Begin januari kreeg het een impuls toen iedereen schrok van de crisis tussen Rusland en Oekraïne, die ook richting de Unie een vermindering van de gastoevoer veroorzaakte.
De lidstaten steunen de hoofdgedachte voor een meer gezamenlijk optreden. Niet verder met 25 minimarkten. De Commissie kan aan de slag om dit uit te werken in concrete voorstellen. Die zullen ongetwijfeld nog veel discussie oproepen. Animo om bevoegdheden over te dragen aan Brussel ontbreekt. Het introduceren op EU-niveau van een regulator, toezichthouder, of hoe het ook wordt aangeduid, met zeggenschap over bijvoorbeeld de verdeling van de elektriciteit, stuit op forse weerstand. En voorschrijven of een land wel of niet kernenergie moet gebruiken, is helemaal taboe.
Vooraf bestond hier en daar het vermoeden dat een ruzie tussen Frankrijk en Italië over overnameplannen onder bedrijven in juist de energiesector tijdens de top wel eens zou kunnen escaleren. Parijs greep enkele weken terug in om het eigen Suez te beschermen tegen inlijving door het Italiaanse Enel. Het leidde tot felle kritiek vanuit Rome op deze daad van protectionisme, hoewel ze daar zelf dat soort handelwijzen ook niet schuwen; vraag het ABN AMRO.
Premier Berlusconi zit midden in de campagne voor de verkiezingen van volgende maand. Door de Franse president Chirac flink de les te lezen, zou hij wellicht bij het thuispubliek goed scoren, maar een confrontatie bleef uit. Vooraf had hij wel geprobeerd traditioneel liberaal ingestelde landen als Groot-Brittannië en Nederland in te winnen voor een stevige verklaring met een afwijzing van economisch nationalisme, maar niemand voelde er uiteindelijk voor zich op die manier voor zijn verkiezingskarretje te laten spannen.
Barroso benadrukte gistermiddag wel dat de lidstaten in de slotconclusies het concept van open markten hebben herbevestigd.
Niet Berlusconi, maar Chirac zorgde voor een incident. Toen zijn landgenoot Seilliere, voorman van de overkoepelende Europese werkgeversorganisatie, de regeringsleiders in het Engels en niet in het Frans toesprak, verliet hij boos de zaal. Hij onderstreepte daarmee nog eens dat het de Fransen een doorn in het oog is dat hun taal binnen de EU aan belang inboet.
Een Britse krant meent dat Chirac binnen de Unie blijkbaar zo veel invloed heeft verloren dat hij zich moet verlagen tot dit soort acties.