Dat blijkt uit de nog vertrouwelijke ”Capaciteitsnota 2006-2010” van Rijkswaterstaat. Het rapport wordt in april aan staatssecretaris Schultz van Haegen (Verkeer) aangeboden. Het ministerie kon donderdag niet reageren.Rijkswaterstaat ziet zich genoodzaakt extra maatregelen te nemen, zoals het inhuren van gespecialiseerde schepen. Zo wil de overheidsdienst de schade aan het milieu en de economie door rampen zo veel mogelijk beperken.

In het rapport wordt de balans opgemaakt van de situatie in 2005. Rijkswaterstaat heeft te weinig materieel om omvangrijke incidenten op de Noordzee met bijvoorbeeld olietankers aan te pakken. Ook op de Westerschelde en in het Waddengebied kampt Rijkswaterstaat met problemen. Bovendien is „een substantieel deel van het nu beschikbare bestrijdingsmaterieel gedateerd en aan vervanging toe.”

Rijkswaterstaat wil op de Noordzee, verder dan 60 kilometer van de Nederlandse kust, voldoende materieel paraat hebben om 15.000 kubieke meter olie binnen drie dagen op te kunnen ruimen. Afgelopen jaar waren echter te weinig schepen beschikbaar om die hoeveelheid olie op te kunnen zuigen. Eens in de zeventig jaar verliest een olietanker door een aanvaring zo veel olie.

Vanaf 2006 heeft Rijkswaterstaat een extra zeezandwinschip gecontracteerd om de capaciteit op peil te brengen. De organisatie kan dit vaartuig, dat in handen is van een commercieel bedrijf, oproepen in het geval van een incident. Rijkswaterstaat heeft al een eigen oliebestrijdingsschip, de Arca, en zeven sleephopperzuigers die op afroep beschikbaar zijn.

In de Waddenzee treft Rijkswaterstaat maatregelen om sneller bij incidenten op te kunnen treden. Het milieu in dit gebied is bijzonder kwetsbaar voor olievervuiling. In het westen van de Waddenzee kan 380 kubieke meter al voor „grote ecologische schade” zorgen, staat in de nota. „Kort na het incident kunnen droogvallende platen vervuild raken en onder invloed van wind en getij kan de verontreiniging binnen enkele uren de kusten en hun kwelders bereiken.”

Rijkswaterstaat hoopt in het westen van de Waddenzee sneller bij rampen te kunnen ingrijpen door daar een systeem te stationeren waarmee een schip olie op zee kan verzamelen.

In het oosten van het gebied wil Rijkswaterstaat een zeehopperzuiger uitrusten met een arm die olie bijeen kan vegen. „Dit ter afdekking van het risico dat bestrijdingsschepen uit Duitsland onvoldoende hulp kunnen bieden doordat ze prioriteit moeten geven aan de verspreiding van de milieubedreigende stof in eigen gebied.”

Ook voor de Zeeuwse delta is extra capaciteit nodig, schrijft Rijkswaterstaat. Bij de Westerschelde en Oosterschelde komen bijvoorbeeld twee olieopvangsystemen te liggen die schepen kunnen gebruiken. Bovendien moet Rijkswaterstaat bij het Sloegebied, het havengebied bij Vlissingen, meer materieel achter de hand houden.