H5N1 hecht diep in menselijke long
WASHINGTON/LONDEN - Het voor mensen gevaarlijke vogelgriepvirus H5N1 gaat moeilijk over van mens-op-mens, omdat het zich -in tegenstelling tot andere griepvirussen- diep in de longen vermenigvuldigt. Dat schrijven twee onderzoeksgroepen vandaag in de wetenschappelijke tijdschriften Science en Nature.
De studies zouden verklaren waarom overdracht van het vogelgriepvirus onder mensen nauwelijks voorkomt. Menselijke virussen besmetten voornamelijk de bovenste delen van de luchtwegen en komen vrij bij hoesten en niezen. De wetenschappers stellen dat de ontsteking door H5N1 diep in de longen de kans verkleint dat vogelgriep zich via deze weg verspreidt.De resultaten komen overeen met de autopsiegegevens van mensen die aan de vogelgriep overleden, zo schrijven Nederlandse onderzoekers, waaronder viroloog A. Osterhaus, vandaag in Science.
Het verschil in besmettingsplaats ontstaat doordat vogelgriepvirussen zich binden aan een iets andere versie van dezelfde receptor waaraan ook het menselijk virus zich bindt. Deze aangrijpingspunten bevinden zich op het oppervlak van slijmvliescellen die de luchtwegen aan de binnenkant bekleden.
Het menselijke griepvirus heeft een voorkeur voor de versie die in de neus- en keelholte voorkomt, terwijl de vogelvariant zich het liefst bindt aan een molecuul dat verderop in het ademhalingsstelsel op longblaasjes voorkomt, zo meldt een groep Japanners in Nature.
Wanneer het H5N1-virus de eigenschap verwerft om hogere delen van de luchtwegen te infecteren, zou dat wel eens een cruciale stap in de richting van een pandemie kunnen zijn, stellen de onderzoekers.
De Rotterdamse wetenschappers, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum, onderzochten niet alleen menselijke besmetting met het H5N1-virus, maar ook die in muizen, fretten, makaken -een apensoort- en huiskatten. In katten en fretten bleek een soortgelijke longontsteking voor te komen als in mensen, wat hen een geschikt onderzoeksmodel maakt, aldus de auteurs.
Volgens de onderzoekers weerleggen deze resultaten de aanname dat het H5N1-virus weinig of niets op heeft met cellen van het menselijke ademhalingsstelsel.