„Dienst Rijksgebouwen wist van thinner in Catshuis"
DEN HAAG (ANP) – Ambtenaren van de Rijksgebouwendienst moeten ervan op de hoogte zijn geweest dat schilders in het Catshuis, de ambtswoning van de minister–president, in mei 2004 met het verboden oplosmiddel thinner werkten. De gebruikte thinner explodeerde op 15 mei, waardoor een 49–jarige medewerker van het Vlaardingse schildersbedrijf De Goede Schilders om het leven kwam.
Dat stelt de rechtbank in Den Haag in haar vonnis tegen het schildersbedrijf, dat een boete van 15.000 euro moet betalen. Het bedrijf heeft volgens de rechtbank onvoldoende voorzorgsmaatregelen getroffen om een dergelijk ongeval te voorkomen. Behalve de Rijksgebouwendienst wist ook de directeur van het schildersbedrijf dat het goedje tegen de regels in werd gebruikt, aldus de rechtbank.De schilder uit Ridderkerk was met een collega bezig om de waslaag van de vloeren van de ambtswoning te verwijderen toen het ongeval plaatsvond. De schilders gebruikten 65 liter thinner. Goede ventilatie was onmogelijk, omdat de ramen van het Catshuis uit veiligheidsoverwegingen niet open konden.
Al ruim zes jaar is het gebruik van thinner binnenshuis verboden. Waarschijnlijk vloog de thinner in brand, doordat de waakvlam van de haard in ’de herenkamer’ al die tijd brandde. Een enorme steekvlam ontstond. De twee andere aanwezigen in het Catshuis, een collega van het slachtoffer en de kamerbewaarder van de premier, wisten te ontkomen. De Ridderkerker overleed door verbranding en het inademen van koolmonoxide.
Volgens de rechtbank heeft de directeur van het schildersbedrijf gelogen toen hij tijdens de zitting twee weken geleden zei dat hij geen weet had van het gebruik van thinner. Hij was immers een week voor het ongeluk een kijkje komen nemen en moet de doordringende geur toen al hebben geroken. Ook opdrachtgever Rijksgebouwendienst moet ervan hebben geweten, zo meent de rechtbank. Het was namelijk bekend dat het vrijwel onmogelijk was om de waslaag op een andere manier te verwijderen. Bovendien vond voorzittend rechter W. Stemker Koster het ’opvallend’ dat de overheidsambtenaren geen enkele keer waren komen controleren. Omdat het bedrijf geen strafblad had en de Rijksgebouwendienst ook wist van het thinnergebruik, is de straf lager uitgevallen dan de door het Openbaar Ministerie geëiste boete van 25.000 euro.
Het ministerie van VROM sprak in een reactie die beschuldigingen jegens de RGD, onderdeel van VROM, tegen. Een woordvoerder verwees naar verklaringen van het OM uit december 2005. „Daarin staat dat onderzoek geen enkel bewijs heeft opgeleverd dat de rijksgebouwendienst wist dat er in het Catshuis met een verboden middel op een verkeerde manier is gewerkt".