Kerk & religie

„Anti-Joodse Bijbelteksten, een doorn in het vlees”

NIJMEGEN - Het Nieuwe Testament bevat passages vol beloften voor Israël, bij voorbeeld in Romeinen 9 tot 11. Maar wat te denken van uitdrukkingen als „synagoge des satans” en Joden als „kinderen van de duivel”? Prof. dr. Tobias Nicklas, sinds vrijdag de nieuwe hoogleraar Nieuwe Testament aan de Radboud Universiteit in Nijmegen: „Zulke uitdrukkingen mogen niet hetzelfde gezag hebben als Romeinen 9 tot 11.”

K. van der Zwaag
17 March 2006 11:56Gewijzigd op 14 November 2020 03:34
NIJMEGEN – Prof. Nicklas: „De taak van de Bijbelse theologie is om Bijbelteksten met elkaar te vergelijken en het gewicht ervan te bepalen. Er zijn teksten die meer gewicht hebben dan andere.” Foto Erik van ’t Hullenaar
NIJMEGEN – Prof. Nicklas: „De taak van de Bijbelse theologie is om Bijbelteksten met elkaar te vergelijken en het gewicht ervan te bepalen. Er zijn teksten die meer gewicht hebben dan andere.” Foto Erik van ’t Hullenaar

Nicklas (1967) studeerde aan de universiteit van Regensburg en promoveerde in 2000 summa cum laude op het gebied van de exegese van het Nieuwe Testament. In 2001 werd hij benoemd tot wetenschappelijk assistent op het gebied van exegese en hermeneutiek van het Nieuwe Testament aan de universiteit van Regensburg. Nicklas, rooms-katholiek, heeft zich gespecialiseerd op het gebied van het Johannesevangelie, antieke christelijke apocriefen en de verhouding tussen christenen en Joden in de oudheid.Zijn oratie, die hij vrijdag uitsprak, was ontleend aan Romeinen 11:18: „Gij draagt de wortel niet, maar de wortel u.” Nicklas: „Paulus bedrijft hier Israëltheologie in de ware zin van het woord. Wat ik heb willen onderzoeken, is het probleem dat er ook teksten in het Nieuwe Testament staan die niet met elkaar in harmonie gebracht kunnen worden.”

Nicklas verwijst naar enkele teksten: Johannes 8:44 („Gij zijt uit den vader den duivel”), 1 Thessalonicenzen 2:15 („Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen profeten”), Matthéüs 27:25 („Zijn bloed kome over ons, en onze kinderen”), en Openbaring 2:9 (waar Joden getypeerd worden als „een synagoge des satans”).

Intern conflict

Nicklas kan er geen genoegen mee nemen dat bepaalde anti-Joodse uitspraken verklaard moeten worden vanuit de context van een intern Joods conflict. Ook mogen zijns inziens de teksten niet gerelativeerd worden omdat de auteur niet de intentie zou hebben gehad om zich kritisch ten opzichte van Joden op te stellen. „Feit is dat deze teksten in de Bijbel staan. Deze Bijbel geldt voor christenen als de Heilige Schrift. De gewraakte teksten hebben niet hetzelfde gewicht als datgene wat Paulus schrijft in Romeinen 9 tot 11. Als een tekst als deel van de Heilige Schrift kan gelden, moet hij in overeenstemming zijn met de kernboodschap van de Schrift. Dat is hier niet het geval.”

Het centrum van de Schrift ligt volgens Nicklas in wat geopenbaard wordt over de relatie tussen God en mens c.q. wereld. „Romeinen 9 tot 11 past daarin, omdat het laat zien dat God Zijn volk Israël heeft verkoren en dat Zijn verbond met dit volk onherroepelijk is. De relatie met Israël is gegrond in God Zelf en Zijn relatie met mensen. De teksten van Johannes 8 of Openbaring 2 zijn ook delen van de Schrift, maar daar is geen Israëltheologie op te bouwen.”

Kortom, zo stelt Nicklas, „het gaat in de exegese van deze teksten niet om een historisch maar om een theologisch probleem. De taak van de Bijbelse theologie is om teksten met elkaar te vergelijken en het gewicht ervan te bepalen. Er zijn teksten die een groter gewicht hebben dan andere. De anti-Joodse teksten zijn voor mij een doorn in het vlees, een herinnering aan het feit dat de geschiedenis van het christendom anti-Joodse trekken had. Dat mogen we niet vergeten.”

Als er anti-Joodse uitspraken in het Nieuwe Testament te vinden zijn, zijn die dan ook antisemitisch? De vertaling van de samenvatting van Nicklas’ oratie vanuit het Duits in het Nederlands leverde bij de afdeling voorlichting van de Radboud Universiteit een misverstand op. De probleemstelling werd samengevat onder het kopje: ”Is het christendom antisemitisch?” Nicklas: „De vertaler verwarde het woord anti-Joods met antisemitisch. Het Nieuwe Testament kent zeker anti-Joodse uitspraken, waar we niet mee kunnen leven, maar dat is niet hetzelfde als antisemitisch. Helaas zijn de anti-Joodse teksten wel misbruikt in de kerk en daarbuiten.”

Nicklas wijst stereotypen over Joden in het Nieuwe Testament af. „Dat geldt vooral met betrekking tot het late Jodendom, dat krachteloos zou zijn geworden zonder echte relatie met God, kortom een pure wetsgodsdienst. Dat is historisch volkomen onjuist.”

Toch laat het Nieuwe Testament een voortdurend conflict tussen Jezus en de Joden zien, vooral in de evangeliën. Dé grote tegenstelling is die tussen Jezus en de farizeeërs.

„De farizeeërs vormden een historische groep binnen het toenmalige Jodendom die ernstig te nemen was. Zij waren diep gelovige Joden die uit innerlijke overtuiging de Thora beschouwden als de wil van God. Zij wilden die ook toepassen in het dagelijkse leven. Het conflict moeten we plaatsen in het totaalbeeld van die tijd. Jezus bewoog zich binnen de Joodse wereld en heeft zich altijd als Jood beschouwd. Hij was een charismatische persoonlijkheid, dat leverde conflicten op met de gevestigde orde.”

De evangeliën stellen ook dat de Joden de drijvende kracht waren achter de kruisiging van Jezus.

„Dat zijn ook stereotypen. Het zijn in de eerste plaats niet dé Joden, maar slechts een deel ervan die op Zijn kruisiging aandrongen. Het vonnis over Jezus werd geveld door Pontius Pilatus, van wie we uit Flavius Josephus weten dat hij vooral op macht belust was. Een leven meer of minder telde bij hem niet. Bovendien was de kruisdood een typisch Romeinse straf die bij de Joden verboden was. Als het om Israëltheologie gaat, laat ik me liever leiden door Paulus’ opmerkingen in de Romeinenbrief. Paulus beschouwde zichzelf zijn gehele leven als een Jood, hoewel hij eraan leed dat een groot deel van zijn volksgenoten een andere weg was gegaan. De Romeinenbrief heeft meer invloed op het denken over Israël gehad, vooral de laatste decennia, dan de passages over de kruisiging.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer