De smelterijen in Delfzijl en het Duitse Voerde vallen buiten de verkoop. Aleris, dat zijn hoofdkwartier heeft in Beachwood in de Amerikaanse staat Ohio, is gespecialiseerd in de productie van gewalste aluminiumproducten.FNV Bondgenoten had vanochtend al voordat Corus met de officiële bevestiging kwam de verkoop bekendgemaakt. De vakbond vreest dat er door het afstoten van de aluminiumdivisie op korte termijn ontslagen gaan vallen bij het staalconcern.

Volgens de vakbond is de verkoop overbodig omdat de aluminiumactiviteiten van Corus een positieve bijdrage leveren aan het concernresultaat. In totaal werken zo’n 600 mensen bij de aluminiumdivisie van Corus in Nederland, van wie 500 in Delfzijl en 100 op de onderzoeksafdeling in IJmuiden. FNV Bondgenoten wil dat Corus werkgelegenheidsgaranties afgeeft.

Drie jaar geleden mislukte een poging om de aluminiumactiviteiten te verkopen aan het Franse Penchiney. De Nederlandse commissarissen lagen toen dwars, evenals de Ondernemingsraad van Corus Nederland. Dit keer heeft de verkoop de steun van de raad van commissarissen. De OR toont zich opnieuw sceptisch.

Corus kwam donderdag tevens met zijn jaarcijfers naar buiten. Het concern boekte vorig jaar een nettowinst van 451 miljoen pond sterling (654 miljoen euro), een stijging van ruim 2 procent ten opzichte van 2004. Het is de tweede keer in het bestaan van de onderneming dat er winst wordt gemaakt. Corus schreef in 2004 voor het eerst sinds de fusie tussen British Steel en Koninklijke Hoogovens in 1999 zwarte cijfers.

De omzet van het concern groeide in 2005 met 9 procent naar ruim 1 miljard pond (1,45 miljard euro). Behalve van een gunstige markt profiteerde Corus van de omvangrijke reorganisaties die het concern sinds 2003 doorvoerde. Wel kampte het concern in toenemende mate met stijgende energiekosten.