Buitenland

Vier mensen in Sadr City opgehangen

BAGDAD (AP) - In Sadr City, de sjiitische wijk van Bagdad die zondag werd getroffen door bloedige aanslagen, zijn maandag vier dode lichamen aangetroffen die waren opgehangen aan lantarenpalen. De mannen waren door leden van de militie van de radicale sjiietenleider Muqtada al-Sadr opgepakt, door het hoofd geschoten en opgehangen, zeiden de politie en sjeik Amer al-Husseini, een lid van Al-Sadrs organisatie.

14 March 2006 08:53Gewijzigd op 14 November 2020 03:33

De politie zei dat twee van de mannen explosievengordels droegen en de andere twee mortierbuizen. Volgens Al-Husseini waren drie van de vier Irakezen en de andere een Syriër. De politie bemande maandag controleposten bij de toegangswegen tot Sadr City, terwijl leden van Al-Sadrs militie patrouilleerden in de wijk, waar zich nauwelijks iemand op straat vertoonde en veel winkels gesloten bleven.De tol van de aanslagen, die werden gepleegd op twee markten, is opgelopen tot 58 doden en meer dan 200 gewonden. President Jalal Talabani zei dat terroristen die uit zijn op een burgeroorlog, gebruik hebben gemaakt van een gezagsvacuüm dat wordt veroorzaakt door het trage verloop van de onderhandelingen over een nieuwe regering. Hij riep de politieke partijen op daar haast mee te maken. De ordetroepen moeten intussen snel optreden om aanslagen als die van zondag te voorkomen, zei hij.

Maandag vielen bij bomaanslagen en beschietingen in Bagdad, Kirkuk en Tikrit alweer vijftien doden en meer dan veertig gewonden. In veel gevallen waren politiepatrouilles het doelwit. Bij een aanslag met een aan de kant van een weg geplaatste bom in het oosten van Bagdad kwam een Amerikaanse soldaat om het leven.

Al-Sadr riep maandag op tot kalmte. Op een persconferentie in de heilige sjiitische stad Najaf probeerde hij de razernij jegens de soennitische gemeenschap te temperen. „We zijn niet zwak, maar we willen niet in een burgeroorlog worden getrokken. Dus zal ik blijven oproepen tot kalmte”, aldus Al-Sadr, die de schuld van het geweld gaf aan de terreurorganisatie al-Qaida in Irak en de Amerikanen.

Soennitische leiders veroordeelden de aanslagen. Sjeik Ahmed Abdul Ghafour al-Samaraie, hoofd van het Soennitische Fonds dat de soennitische heiligdommen beheert, sprak van een „lafhartige en criminele daad tegen burgers.” Er zijn mensen die proberen ten eigen bate olie op het vuur te gooien, zei hij. „En het Iraakse volk, soennieten en sjiieten zullen de slachtoffers zijn.”

De Iraakse Islamitische Partij, de grootste soennitische politieke groepering, riep alle partijen op tot samenwerking „om een eind te maken aan het bloedvergieten dat alle Irakezen van alle religies en sektes heeft getroffen en de formatie te versnellen van een eenheidsregering die werkt voor de veiligheid van burgers.”

Abdel Karim al-Bahadli, een 42-jarige inwoner van Sadr City die maandag op krukken rond hobbelde tussen het puin van de getroffen markten, schreef de aanslagen toe aan de extremistische soennitische Takfirisekte van Abu Musab al-Zarqawi, de leider van al-Qaida in Irak. „Dit is geen verzet (tegen de buitenlandse bezetting), want er waren maandag geen Amerikaanse militairen op de markten”, zei hij. „De Takfiri’s hebben het alleen op sjiieten begrepen. We zullen niet langer blijven zwijgen.”

Jonge wijkbewoners in Sadr City eisten wraak. „De politici roepen ons op om kalm te blijven, maar dat doen we niet. Genoeg is genoeg”, zei de 34-jarige Alaa Hashim, eigenaar van een kledingzaak in de wijk.

Nadat op 22 februari een bomaanslag was gepleegd op een belangrijke sjiitische moskee in Samarra stormden aanhangers van Al-Sadr de wijk uit om wraak te nemen op soennieten en hun moskeeën. Een medewerker van Al-Sadr, Amer al-Husseini, zei dat daarom al verwacht werd dat er een tegenaanval zou komen.

Het ministerie van Volksgezondheid meldde dat zondag in totaal ongeveer zeventig Irakezen zijn omgekomen en 385 gewond geraakt bij gewelddaden.

In Bagdad vielen maandag twee doden en twee gewonden toen bewakers van een mobieletelefoonmaatschappij en lijfwachten van vicepremier en waarnemend minister van oliezaken Ahmad Chalabi elkaar per abuis onder vuur namen. De lijfwachten wilden bij een verkeersopstopping ruim baan maken voor hun konvooi en begonnen in de lucht te schieten. De bewakers dachten dat zij werden aangevallen en schoten terug. Chalabi maakte geen deel uit van het konvooi, aldus de politie.

Politieke leiders zeiden dat zij dinsdag een marathonbijeenkomst zullen beginnen om een brede regering te vormen op basis van de uitslag van de verkiezingen van 15 december.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer