„Woord en Geest gaan heilig samen”
ZEIST - „…want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.” Vaak worden deze woorden uit 2 Korinthe 3:6 verkeerd gebruikt, zei ds. W. Harinck maandagavond in Zeist. „Alsof er een dilemma zou bestaan tussen Woord en Geest. Gelukkig is dat niet het geval.”
Woord en Geest gaan samen, zo stelde hij, „heilig samen, in het grote offensief dat God uitoefent in deze gevallen mensenwereld.”De predikant van de gereformeerde gemeente te Woerden sprak op de zesde avond van de cursus geestelijke vorming in Zeist. Doel van deze (interkerkelijke) avonden, die worden gehouden in de christelijke gereformeerde kerk, is „de mogelijkheid te bieden en een stimulans te geven om kennis te nemen van de schatten uit Gods Woord, de belijdenisgeschriften en de geschiedenis van de kerk, en de betekenis daarvan voor vandaag.” Op 10 april heeft de laatste bijeenkomst plaats. Ds. H. van den Belt, predikant van de hervormde gemeente in Nijkerk, spreekt dan over ”Stervend leven”.
Nieuwe bedeling
Wanneer Paulus zegt: „De letter doodt, maar de Geest maakt levend”, mag dat niet zo worden uitgelegd dat de Heilige Geest werkt zonder en buiten het Woord om, zei ds. Harinck. Helder dient volgens hem ook te zijn dat de apostel met deze woorden op geen enkele manier de wet en het oude verbond diskwalificeert of in diskrediet brengt. „Hij zegt letterlijk dat er heerlijkheid was in de bediening des doods en in de letter (vers 7).”
Maar, de bediening van de wet, hoe heerlijk in zichzelf, is toch een tijdelijke zaak, aldus de predikant. Net zoals de lichtgloed op het gezicht van Mozes van voorbijgaande aard is geweest. „En daarom: de letter doodt. Hoeveel heerlijker is daarentegen de nieuwe bedeling. Want de Geest maakt levend. Het nieuwe overtreft het oude. Want het oude is gemarkeerd door de dood. Het nieuwe door het leven. De bedeling van het Oude Testament is voorbijgaand. Maar de bedeling des Geestes, de bedeling van het Nieuwe Testament, is een zaak van het hart, van het innerlijk en daarom is ze blijvend.”
„De Geest maakt levend: weet u wat dat is?” vroeg ds. Harinck de -ongeveer honderd- aanwezigen. „Leg uw hart eens naast dit Woord! We kunnen het leven zo zoeken in de letter die doodt. Maar degenen die met de brief van de wet in de hand een bestaan voor God zoeken te krijgen moeten weten dat de letter doodt.”
Hij citeerde in dit verband Calvijn, die schrijft: „Het werk der wet is de krankheid aanwijzen zonder enige hoop op gezondmaking te vertonen. Het werk des Evangelies is de mistroostige en hopeloze mensen remedie aan te brengen… het opent de deur des levens.”
Aangrijpend, zei de Woerdense predikant, „als God ons in de weg van overtuiging van zonde en schuld brengt onder het vonnis des doods. Als we de hand op de mond moeten leggen en aan de kant van God komen in het veroordelen van onszelf. Daar mogen we het meemaken dat Christus tussenbeiden treedt als de grote Advocaat Die de vuile zaak van een zondaar wil behartigen. Op Zijn tussentreden spreekt God de zondaar vrij. Door de gerechtigheid van Christus vinden we vrede met God en worden we hersteld in een nieuwe relatie tot God.”
Heerlijkheid
De Geest en de letter. „We zagen dat het oude verbond een bepaalde heerlijkheid had”, besloot ds. Harinck zijn referaat. „Denk aan het glanzende gezicht van Mozes. Het nieuwe verbond is nog veel heerlijker. Dat blijkt ook uit vers 18: „En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest.”
Ds. Harinck: „Hier gaat het niet zoals met de heerlijkheid die van Mozes afstraalde. Die verminderde en verdween. De heerlijkheid van Christus verdwijnt niet, maar werkt juist een verandering naar Zijn beeld. Daar zit de Heilige Geest achter met Zijn wondere werk. De Geest werkt een metamorfose, een gedaanteverandering. Hier in beginsel -van heerlijkheid tot heerlijkheid-, straks volkomen.”