EU herhaalt belofte aan Balkanlanden
BRUSSEL - De steun voor een verdere vergroting van de EU staat in de publieke opinie fors onder druk. Er valt uitbreidingsmoeheid te constateren. Niettemin is door de ministers van Buitenlandse Zaken de belofte aan de Balkanlanden herhaald dat ook zij in de verre toekomst mogen toetreden.
De inkt van de verklaring die deze politici afgelopen zaterdag op schrift stelden, was nauwelijks droog toen zij bericht ontvingen van het overlijden van Milosevic. Zijn dood onderstreept het einde van een tijdperk voor de regio waar mede door zijn toedoen in de jaren negentig haat en geweld heersten. De betrokken naties zijn inmiddels een nieuwe weg ingeslagen, met als uiteindelijke bestemming opname in de familie van het verenigd Europa, zo werd van die zijde nog eens bevestigd.Oostenrijk bekleedt momenteel het roulerend voorzitterschap van de Unie. De regering van bondskanselier Schüssel heeft het versterken van de relatie met de westelijke Balkan verheven tot een van de prioriteiten van haar programma. Tegen die achtergrond arrangeerde zij bij het halfjaarlijkse informele beraad van de genoemde bewindspersonen, eind vorige week in Salzburg, een ontmoeting tussen hen en de ambtgenoten uit Kroatië, Servië-Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Macedonië en Albanië.
Vanuit geografisch oogpunt is het niet moeilijk te begrijpen dat Wenen speciale aandacht vraagt voor de betrekkingen met deze landen. Ze liggen als het ware in de achtertuin. De Alpenrepubliek nam tijdens de etnische vijandelijkheden zo’n 900.000 vluchtelingen op uit het gebied. De meesten van hen zijn er na de oorlog blijven wonen.
Oostenrijk toonde zich eerder al een warm pleitbezorger van de belangen van Kroatië. Het wenste in de voorbije herfst pas akkoord te gaan met de start van de toetredingsonderhandelingen met Turkije, nadat was besloten dat Brussel tegelijk zulke besprekingen zou beginnen met Zagreb.
Van de delen van het voormalige Joegoslavië is Slovenië sinds 1 mei 2004 lid van de EU. Met Kroatië wordt, zoals vermeld, sinds enkele maanden concreet gepraat over de invoering van de complexe Europese regelgeving, als opmaat van de aansluiting. Macedonië verwierf in december officieel de status van kandidaat-lidstaat, zonder overigens daaraan gekoppeld een datum voor de aanvang van het formele overleg. In 2003 kregen Bosnië, Servië-Montenegro en ook Albanië het perspectief dat zij op enig moment, na de voltooiing daar van een lang proces van ingrijpende politieke en economische herstructureringen, eveneens mogen aanhaken.
Maar de Unie zit een beetje in haar maag met al die toezeggingen, want het klimaat rond een mogelijk verdere verlegging van de buitengrenzen is verslechterd. Onder de burgers groeit vandaag de dag de scepsis en de weerstand. De negatieve stemming op dit punt speelde vorig jaar een rol rond het nee in Frankrijk en Nederland bij de referenda over de Europese grondwet.
Pleidooien klinken om te volstaan met een soort opgetuigd partnerschap, een hechte samenwerking. Enkele dagen geleden bracht bijvoorbeeld het CDA een discussienota uit, waarin de christendemocraten een voorkeur aangeven voor zo’n minder vergaande benadering.
Vooral Frankrijk stribbelde in Salzburg tegen, maar toch kwam er ten slotte de boodschap dat lidmaatschap het ultieme doel blijft. Data daaraan verbinden, heeft geen zin. „Het duurt gewoon nog heel lang”, verzekerde minister Bot. Hij en zijn collega’s willen dat de Balkanlanden om te beginnen de onderlinge contacten verstevigen, in de vorm van onder andere een vrijhandelszone. „Ze moeten eerst maar eens laten zien dat ze met elkaar kunnen samenwerken”, aldus Bot.
Bovendien zwaait de EU met het begrip absorptiecapaciteit ofwel opnamevermogen om de vooruitzichten op toetreding te temperen. Het beoogde grondwettelijk verdrag bevat aanpassingen van de spelregels die bedoeld zijn om de Unie in een uitgedijde formatie soepel te laten opereren. De redenering luidt dat zolang die voorstellen in de ijskast liggen, een vervolg van de uitbreiding niet wenselijk is omdat die stap de bestuurbaarheid wellicht in gevaar brengt.
Ondertussen benadrukt de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, Plassnik: „De hereniging van Europa is onvolledig zonder participatie van de gehele Balkan.” De regering in Wenen organiseert in mei een conferentie met de politieke leiders uit de regio en oppert om voor het einde van dit jaar een partnerschap voor veiligheid met hen te sluiten dat bijdraagt tot een betere grensbewaking, die de toestroom van drugs en illegale migranten afremt. Op die manier hoopt zij straks te onderbouwen dat haar plannen als EU-voorzitter om de banden met de buren aan te halen, een succes zijn geworden.