Bij sommigen is de angst zo toegeslagen dat ze hun huisdier desnoods onmiddellijk willen laten inslapen.Donderdag bleek dat de gevonden kat is bezweken aan de meest aggressieve variant van het H5N1–virus. Deze versie, die wel de Aziatische variant wordt genoemd, is ook voor mensen zeer gevaarlijk. Het dier raakte vermoedelijk besmet met het virus door een besmette vogel op te eten.

Het nieuws over de geïnfecteerde kat heeft voor grote drukte gezorgd bij de Duitse dierenasielen, waar vele kattenbezitters uit angst voor de vogelgriep hun huisdier willen dumpen. De Duitse regering besloot een dag eerder juist de katten in de vijf besmette regio’s verplicht binnen te houden om te voorkomen dat zieke vogels de dieren aansteken met het virus. Het Europees comité van veterinair experts heeft deze ‘ophokplicht’ voor katten voor alle besmette gebieden in Europa dringend aanbevolen.

Omdat in Nederland het H5N1–virus nog niet is aangetroffen, hoeven de 3,3 miljoen katten hier nog niet naar binnen. En wat de Dierenbescherming betreft blijft dat zo. Want een huisarrest voor de katten bij een uitbraak van de vogelgriep is vanwege de kleine besmettingskans „niet nodig", vindt de organisatie. Ook voor het welzijn van de katten is verplicht verblijf binnen niet goed.

Nederland weet zich nog altijd vrij van vogelgriep en maakt zich daarom vooral op voor de aanstaande vaccinatie van het buiten scharrelende pluimvee. Naar de laatste verwachtingen van het ministerie van Landbouw zullen de eerste kippen in de loop van volgende week tegen de ziekte ingeënt kunnen worden.

De pluimveesector puzzelt ter voorbereiding op die periode daarna op manieren om de schade voor individuele pluimveehouders zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Bijvoorbeeld Japan heeft gezegd alle Nederlandse pluimveeproducten te weren zodra het eerste spuitje met vaccin in een kip wordt gezet.

Voorzitter J. Wolleswinkel van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) denkt daarom aan de oprichting van een schadepotje voor gedupeerde kippenboeren.

De kans dat in Nederland eerdaags een dode vogel met vogelgriep gevonden wordt, lijkt steeds groter te worden. Virologen van het Centraal Instituut voor Dierziektecontrole (CIDC) onderzoeken inmiddels ongeveer honderd dieren per dag op aanwezigheid van het virus. De vogels zijn gevonden door burgers uit het hele land.

In Oostenrijk zijn sinds half februari 750 dode vogels onderzocht. In 22 gevallen troffen de virologen ook daadwerkelijk het H5N1–virus aan.