Raad van Europa: beter toezicht op geheime diensten
STRAATSBURG (ANP/RTR) – Europese landen moeten hun wetgeving aanscherpen om beter toezicht te kunnen houden op hun eigen geheime diensten en op buitenlandse agenten die op hun grondgebied opereren. Dat staat in een woensdag gepubliceerd rapport van de Raad van Europa die onderzoek heeft gedaan naar geheime CIA–vluchten en –kampen in Europa.
„Het lijkt erop dat het grootste deel van Europa een makkelijk jachtterrein voor buitenlandse geheime diensten is", aldus Terry Davis, secretaris–generaal van de Raad van Europa tijdens een persconferentie in Straatsburg. „Bijna geen enkel land, met uitzonderung van Hongarije, heeft wettelijke bepalingen die een effectief toezicht op de activiteiten van buitenlandse geheime diensten op hun grondgebied verzekeren".Het onderzoek van de mensenrechtenorganisatie Raad van Europa, waarvan 46 Europese landen lid zijn, begon nadat in de herfst van 2005 verhalen opdoken over terrorismeverdachten die in het geheim van het ene naar het andere land waren vervoerd door de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Ook zouden er in Oost–Europa kampen zijn geweest waar terreurverdachten werden vastgehouden.
In een tussenverslag van de Raad van Europa in januari werd gemeld dat het zeer waarschijnlijk is dat regeringen wisten van de CIA–vluchten met gevangenen, maar het toonde geen juridisch bewijs voor de kampen. Dat was voor de Zwitserse hoofdonderzoeker Dicky Marty reden om het onderzoek voort te zetten. Maar ook in het eindrapport wordt geen melding gemaakt van een ’smoking gun’.