„Blunder in Deventer moordzaak”
AMSTERDAM (ANP) - Het DNA-onderzoek in de Deventer moordzaak is mogelijk waardeloos.
Het is zeer goed denkbaar dat de onderzochte sporen die hebben geleid tot de veroordeling van de verdachte in de zaak, fiscaal-jurist Ernst Louwes, per ongeluk op de blouse van het slachtoffer zijn gekomen.Dat zegt R. Torenbeek, voormalig patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), in het jongste nummer van het weekblad HP/De Tijd. Volgens Torenbeek is er onzorgvuldig omgesprongen met bewijsmateriaal in de zaak, waardoor de resultaten van aan dat materiaal gedaan DNA-onderzoek op losse schroeven komen te staan. Die resultaten waren van beslissend belang voor de veroordeling van Louwes, die altijd heeft ontkend dat hij de moord heeft gepleegd.
De kritiek van Torenbeek richt zich vooral op de manier waarop de politie in december 1999, enkele maanden na de moord, een broek van Louwes en de blouse van het slachtoffer, de 60-jarige weduwe Jacqueline Wittenberg, naar het NFI heeft opgestuurd. Dit is zijn ogen zo onzorgvuldig gebeurd dat het heel wel mogelijk is dat DNA-materiaal van Louwes tijdens dat vervoer op de blouse van de weduwe Wittenberg is gekomen. „Een enorme blunder”, aldus Torenbeek.
De DNA-sporen op de blouse kwamen pas aan het licht toen Louwes terechtstond voor het gerechtshof in Den Bosch. Dat hof had van de Hoge Raad opdracht gekregen de zaak opnieuw te behandelen. Deskundigen van het NFI zeiden tijdens dit zogeheten herzieningsproces dat de gevonden DNA-sporen eigenlijk alleen door uitoefening van geweld op de blouse van de weduwe terecht konden zijn gekomen.
Een woordvoerster van het NFI laat in een reactie weten dat een DNA-deskundige wel degelijk ook onderzoekt hoe de sporen op bijvoorbeeld een kledingstuk terecht zijn gekomen. Ze benadrukt dat in dit geval de broek van de verdachte en de blouse van het slachtoffer niet tegelijk bij het NFI zijn aangeleverd. Daar zat enige maanden tussen.
Ook wijst ze erop dat het NFI in afwachting is van het hernieuwde onderzoek van het OM en dat het NFI daar alle medewerking aan verleent.