Dat blijkt uit maandag gepresenteerde resultaten van een onderzoek onder 200 fractievoorzitters in opdracht van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters.Tijdens de openbare zitting kunnen alle fracties de kandidaten vragen welke ambities en kwaliteiten zij hebben. Het toetsen van wethouderskandidaten aan een vooraf opgesteld profiel, om te zien of zij geschikt zijn, heeft de voorkeur van 67 procent van de ondervraagden.

De voorzitters geven aan een zo open mogelijk formatieproces te willen na de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Liefst 89 procent pleit voor openheid en publieke verantwoording tijdens de formatie.

Ruim een kwart van de fractieleiders ziet een rol voor de burgemeester tijdens de informatieperiode. Over betrokkenheid bij de formatiefase zijn zij positief, zolang de bemoeienis niet te inhoudelijk is. Een inhoudelijke rol voor de burgemeester bij bijvoorbeeld de samenstelling van het college, de verdeling van de portefeuilles of het inhoudelijk meeformeren, stellen de leiders niet op prijs.

Een uitzondering is de eigen portefeuille openbare orde en veiligheid, waarbij de helft van de voorzitters zich wel in een actieve rol voor de burgemeester kan vinden.

Zestig procent ziet ruimte om de formatie, waarvoor nauwelijks regels bestaan, totaal anders aan te pakken dan gebruikelijk.