Naziverleden Dresdner Bank onthuld
FRANKFURT (ANP/DPA) – „Wij zijn de bank van de SS". Deze woorden werden in 1941 uitgesproken door het bestuurslid Emil Meyer van de Dresdner Bank. Het naziverleden van het Duitse bankconcern is vrijdag in een vuistdik rapport publiekelijk onthuld. Het onderzoek, genaamd ’Dresdner Bank im Dritten Reich’, naar de activiteiten van Dresdner Bank ten tijde van het naziregime heeft negen jaar geduurd en is uitgevoerd door een team van onafhankelijke historici in opdracht van de bank zelf.
Dresdner Bank heeft tot het begin van de jaren negentig altijd beweerd weinig zaken te hebben gedaan met de nazi’s. Uit het onderzoek komt echter een heel ander beeld naar voren. Zo had de bank een groot belang in enkele bouwondernemingen, zoals Huta en Tiefbau, die een aantal van de gaskamers en crematoria van het concentratiekamp Auschwitz–Birkenau hebben gebouwd. In Auschwitz–Birkenau werden miljoenen joden vermoord tijdens de Holocaust.Maar de betrokkenheid van het bankconcern gaat veel verder. Nadat Adolf Hitler in 1933 aan de macht was gekomen, was Dresdner Bank een van de eerste bedrijven die zijn joodse werknemers ontsloeg, de zogenaamde arisering van het Duitse bedrijfsleven. De ontstane vacatures werden opgevuld door nazivertrouwelingen.
Daarbij moet wel worden opgemerkt dat sommige van de leidinggevenden van de bank grote bezwaren hadden tegen het ontslag van de joodse medewerkers. De bank zou de joden enkel hebben ontslagen onder grote druk van de nazi’s. De ontslagen joodse werknemers kregen een ontslagvergoeding.
Toch valt deze positieve noot in het niet bij de misdaden die met behulp van Dresdner zijn gepleegd. De meest beruchte klanten van de bank waren de leden van de SS, die onder leiding stond van de Reichsführer SS, Heinrich Himmler. Dresdner leende de SS grote hoeveelheden geld voor de oprichting van een groot zakenimperium. Dit SS–conglomeraat bestond uit fabrieken zoals bijvoorbeeld steengroeven en porseleinfabrieken verdeeld over heel Europa. Het werk bij deze bedrijven werd doorgaans uitgevoerd door dwangarbeiders uit nabijgelegen werkkampen die werden gerund door de SS.
Dresdner werd op deze wijze de vertrouwde thuisbank van de soldaten van de militaire tak van de SS, de Waffen SS. Zo deponeerden leden van beruchte Waffen SS–gevechtsdivisies als ’Das Reich’ en ’Leibstandarte Adolf Hitler’ hun geroofde bezittingen en goederen bij de bank. Maar ook andere nazi–organisaties, zoals de gevreesde binnenlandse veiligheidsdienst SD, brachten hun van joden en anderen geplunderde bezittingen onder bij Dresdner.
Dresdner was ook een van de eerste Duitse banken die in de veroverde gebieden dochterbedrijven oprichtte om zo te kunnen profiteren van de plundertochten die de nazi’s in grote delen van Europa hielden. Zo beheerde het Dresdner–dochterbedrijf Kommerzialbank in de Poolse stad Krakow voor de SS omgerekend 40 miljoen Reichsmark, nadat de joden in Polen waren omgebracht en van hun bezittingen waren beroofd.
Dresdner Bank (nu onderdeel van het Duitse financiële concern Allianz) volgt met zijn eigen onderzoek naar het naziverleden het voorbeeld van andere grote Duitse bedrijven, zoals de autofabrikant Volkswagen, chemieconcern Degussa en modehuis Hugo Boss. Deutsche Bank komt volgend jaar met een eigen onderzoek naar de activiteiten in de nazitijd. De Commerzbank heeft dit reeds gedaan. Op de website van Commerzbank staan vijf boektitels die het naziverleden van het Duitse bankconcern uitgebreid belichten.