„Verdonk, díé snapt de boodschap van Pim”
LEIDEN - Bijna vier jaar geleden is het alweer dat Pim Fortuyn werd doodgeschoten. Deze week zou hij 58 jaar zijn geworden. Wat heeft de politiek geleerd van zijn spectaculaire opkomst? Hoe staat het met de nieuwe politiek? „Rita Verdonk, díé snapt de boodschap van Pim.”
Nee, daar heeft LPF-Kamerlid Eerdmans geen zin in. „Ik ga niet zeggen welke Kamerleden niets van Fortuyn hebben geleerd. Mensen slaapzakken noemen, is niet stijlvol.”Maar op het congres van het weekblad Vrij Nederland gisteren in Leiden over de erfenis van Fortuyn wil hij best aangeven welke politici het wel snappen. „Hirsi Ali, Wilders, Verdonk. De gedachte dat Nederland een zeer strikt toelatingsbeleid moet voeren, wordt door de minister van Vreemdelingenzaken uitstekend uitgewerkt.”
En Pechtold? Heeft die de les geleerd? „Ik zeg wat ik denk”, zei Fortuyn. De minister van Bestuurlijke Vernieuwing brengt dat dagelijks in praktijk. „En dan loop ik wel eens een blauw oog op, ja. Dat hoort erbij. Maar de mensen weten wel waar ik sta.”
ChristenUnieleider Rouvoet gaat dat iets te vlot. „Fortuyn zei ook: Ik doe wat ik zeg. Dat zie ik niet terug bij de D66-bewindslieden. Ze hebben fundamentele bezwaren tegen de Uruzganmissie, maar gaan later toch braafjes akkoord.”
Met zeggen wat je denkt heeft Rouvoet weinig moeite. „Maar doe dat dan vooral als Kamerlid. In het parlement mogen er tal van meningen zijn. Laat ze maar horen. Maar mag het kabinet alsjeblieft een béétje eenheid uitstralen?”
Fortuyn legde de kloof tussen burgers en politiek bloot. En hij dichtte hem ook weer, meent Eerdmans. „Hij voelde aan tegen welke problemen de mensen opliepen. Hij begreep hen. En omgekeerd herkenden de kiezers zich in hem, in zijn politieke stijl. Ze zagen hem als een van hen.”
Niets van waar, stelt Pechtold in een Academiegebouw volgepropt met studenten. „Fortuyn stond mijlenver van de mensen af. Een excentrieke homo in veel te opzichtige pakken.” Met dat oordeel sluit de bewindsman zich aan bij rechtsfilosoof Kinneging. „Mensen zoeken geen politici met wie ze zich kunnen identificeren”, poneert de Leidse hoogleraar, „maar ze willen politici die ze kunnen respecteren. Dat is heel wat anders.”
Als voorbeeld noemt hij oud-VVD-leider Bolkestein, een afstandelijk mens, een koele kikker. „Waardoor behaalde hij zulke electorale successen? Niemand identificeerde zich met hem. Maar hij verwierf respect door zijn tegendraadse opvattingen, die hij bovendien niet onder stoelen of banken stak.”
Volgens Kinneging bestaat de beruchte kloof vooral uit een crisis in het gezag van politiek en bestuur. „Politici hebben geen tijd meer zich goed in een onderwerp te verdiepen. Ze roepen maar wat, mede door de druk die de media op hen uitoefenen.”
Deed Fortuyn dat niet? „Hij had nagedacht, hij stond ergens voor, hij had een visie”, meent Pechtold. „Hij was authentiek. Dat voelden de mensen aan.”
De door Fortuyn blootgelegde kloof stimuleert de D66’er door te gaan met zijn programma van bestuurlijke vernieuwing. „Het is toch te gek voor woorden dat Nederland, samen met nota bene Georgië, het enige Europese land is waar burgers niet zelf hun burgemeester kunnen kiezen?”
Rouvoet ligt er niet wakker van. Hij ziet weinig heil in bestuurlijke vernieuwing. „Als burgers dít zien als het antwoord op kloof met Den Haag, hoe kan het dan dat dé partij van de bestuurlijke vernieuwing verkiezing na verkiezing consequent wordt gehalveerd?”