„Stel belediging profeet gelijk met majesteitsschennis”
JEDDAH/DEN HAAG (ANP) – Stel in Europese landen als Nederland belediging van de profeet Mohammed voor de wet gelijk met majesteitsschennis, het gebruik van nazisymbolen of het ontkennen van de holocaust. Dat was woensdag de belangrijkste oproep van de baas van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) namens de 1,3 miljard moslims in de wereld tegenover minister Bot van Buitenlandse Zaken.
Bot sprak de Turkse secretaris–generaal van de OIC, Ekmeleddin Ihsanoglu, woensdag op diens hoofdkwartier in de Saoedische stad Jeddah. Eerder publiceerde Ihsanoglu samen met VN–baas Kofi Annan en EU–buitenlandcoördinator Javier Solana een verklaring die ertoe opriep moslims en hun heiligdommen te respecteren.Ihsanoglu wil naar eigen zeggen niet tornen aan de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, maar namens de 57 aangesloten islamitische landen en de 1,3 miljard moslims in de wereld, roept hij Europa op het heiligste van het moslimgeloof, de profeet Mohammed, te beschermen.
De oplossing om uit de internationale cartooncrisis over de Deense spotprenten te komen, is volgens Ihsanoglu „wetten tegen antisemitisme en ter bescherming van de nationale symbolen uit te breiden met islamitische waarden". Dat is volgens hem geen bedreiging van de vrijheid van meningsuiting. „Iedereen mag boeken schrijven en cartoons maken, maar moet wel anderen respecteren", zei Ihsanoglu woensdag tegen Nederlandse journalisten.
Volgens Ihsanoglu zegde Bot toe dat hij zijn voorstel in het Nederlands kabinet zou gaan bespreken.
Ihsanoglu zag geen noodzaak om antisemitische uitingen in de pers in het Midden–Oosten aan te pakken. „Arabieren zijn zelf semieten. Daarin worden de joden niet beledigd, maar Israël. Het zijn politieke cartoons tegen Israël".
Volgens Ihsanoglu zijn de cartoons te vergelijken met de terroristische aanslagen van 11 september. „Deze aanval creëerde hetzelfde effect. Niemand in de moslimwereld verwachtte dat de heilige profeet op zo’n lelijke manier zou worden beledigd. Dit raakte een zenuw die iedereen had moeten respecteren".
Ihsanoglu vergelijkt de huidige internationale positie van de moslims verder met die van de joden voor de Tweede Wereldoorlog. „We moeten nu samenwerken om te voorkomen dat met de moslims gebeurt, wat er met de joden is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog".
Het Centraal Joods Overleg (CJO) stelt in een reactie met „afschuw" kennis te hebben genomen van de uitlatingen van Ihsanoglu en wil dat het kabinet er zijn afkeuring over uitspreekt. „Het is onverantwoordelijk om te stellen dat het antisemitisme in de Arabische pers niet hoeft te worden aangepakt. Het antisemitisme in de Arabische media vormt de grootste door staten getolereerde, en nu dus kennelijk ook openlijk ondersteunde, vorm van anti–Joodse publicaties", aldus het CJO.
Het CJO valt ook over de uitspraak van Ihsanoglu dat Arabieren zelf semieten zijn en dat er daarom geen sprake kan zijn van antisemitisme: „Antisemitisme is een taalkundige aanduiding, geen volkenkundige". Het Centraal Joods Overleg noemt deze uitspraak denigrerend en krenkend voor de Joodse bevolkingsgroep.