Hondsmoe van crèche naar school
UTRECHT - „Kinderopvang op school is een verfrissend idee. Slechts 35 procent van de vrouwen werkt fulltime. We zijn nog steeds een klassieke mannenmaatschappij. Hoog tijd om een doorbraak te forceren.”
Het was al glashelder waar D66 voor staat, maar minister Pechtold -nooit vies van ferme uitspraken- maakte dat zaterdag tijdens een debat van Onderwijsbond CNV nog maar een keer duidelijk.De bewindsman kwam, sprak en vertrok. Hij kreeg tegengas, maar was toen zelf al uit het Academiegebouw van de Utrechtse universiteit vertrokken om een bijdrage te leveren aan de verkiezingscampagne van zijn partij.
„We hébben een goede basisopvang en dat is het gezin”, zei directeur mr. W. van Katwijk van de christelijke ouderorganisatie Ouders en Coo. Een jonge leerkracht: „Laten we uitgaan van de belangen van het kind. Na twee dagen voor en na schooltijd in een kinderopvang te zijn geweest, zijn leerlingen op school hondsmoe.”
„De stem van de scholen ontbreekt te veel in de discussie”, stelde een oudere dame. „Kinderopvang moet wel dicht bij de school, maar niet op school zelf. Dat is het broddellapscenario. Scholen zijn er niet voor toegerust.” Daar wijst ook de Onderwijsbond CNV op: scholen moeten niet met een extra taak worden opgescheept als er geen menskracht en middelen bij geleverd worden.
„Scholen kennen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar zij zijn niet de Haarlemmerolie voor alle problemen van thuis”, beklemtoonde voorzitter M. Barth nog maar weer eens. „Een jonge lerares schreef me: Wij moeten de kinderen extra laten gymmen omdat ze te dik worden, maar ondertussen zitten de plakken pizza in de broodtrommel.”
De school is ook niet het wondermiddel voor de achterstanden van allochtone bevolkingsgroepen, benadrukten deelnemers aan het debat toen de vrijheid van onderwijs aan de orde werd gesteld. „Morrelen aan artikel 23 van de grondwet verandert niets aan het probleem van zwarte en witte scholen”, poneerde voormalig CU-Kamerlid dr. K. Veling, tegenwoordig „directeur van een grote zwarte openbare scholengemeenschap in de Haagse Schilderswijk.”
Directeur mr. H. Strietman van de protestants-christelijke Besturenraad wees op de eenzijdigheid van de discussie over openbaar en bijzonder onderwijs: „Elke school behoort een gezicht, een boodschap te hebben, dus elke school is bijzonder. De discussie gaat veel te veel over de rechten van ouders en te weinig over de noodzaak dat een school een eigen gezicht heeft.”
„Laten we de openbare scholen afschaffen”, stelde Veling voor. „Ze worden vaak al verzelfstandigd. Laten we niet praten over een dwingende beperking van vrijheden, want dat helpt echt niets. Laat scholen hun eigen gezicht houden, zolang de vlag de lading dekt.”