VS: Van crediteurennatie tot schuldenland
Kleine barstjes in de doorgaans robuuste economische groei in de Verenigde Staten werden de afgelopen weken zichtbaar. Groeiramingen vallen bar tegen en ook de productiviteitsgroei taant. Een toevallige dip? Of zullen de barstjes snel transformeren tot fikse scheuren?
De groei van de Amerikaanse economie blijkt in het laatste kwartaal van vorig jaar scherp te zijn gedaald, zo bleek afgelopen maand uit ramingen van het ministerie van handel in Washington. Het groeicijfer kwam uit op 1,1 procent, een schijntje vergeleken met de groeistijging van 4,1 procent in het voorgaande kwartaal. Ook daalde de arbeidsproductiviteit in de VS voor het eerst in vijf jaar en vielen de woningbouwcijfers tegen.Al daalde de dollar op het sombere nieuws aanvankelijk wat in waarde, de financiële markten lijken vooralsnog niet heel bezorgd. Toch betogen steeds meer economen dat de instabiele economische situatie in de VS op langere termijn onhoudbaar is.
De gesignaleerde problemen komen er in feite op neer dat Amerikanen al jarenlang ongelooflijk op de pof leven. De overheidsuitgaven in de VS zijn torenhoog -terwijl belastingen er voortdurend worden verlaagd- en door inmenging in tal van politieke conflicten lijkt van een dalende bestedingstrend voorlopig geen sprake.
Ook de Amerikaanse burger weet van wanten. Gestimuleerd door een lage rente -het Amerikaanse stelsel van centrale banken (de Fed) verlaagde na 11 september 2001 de rente stapsgewijs tot een dieptepunt van 1 procent- en hard oplopende huizenprijzen in voorgaande jaren, consumeert hij er lustig op los. De consument draagt in de VS inmiddels voor twee derde bij aan het bruto nationaal product en speelt zo een belangrijke rol als aanjager van de wereldeconomie.
Uitbundige consumptie en een structureel tekort aan besparingen hebben de Amerikanen inmiddels opgezadeld met fikse tekorten op de handelsbalans en de overheidsbegroting. Zo voerden de VS in 2005 voor bijna 700 miljard dollar (590 miljard euro) meer goederen en diensten in dan dat het zelf aan het buitenland wist te slijten. En deze week maakte de begrotingsdienst van het Witte Huis bekend dat het begrotingstekort in 2006 het nooit eerder vertoonde bedrag van 423 miljard dollar zal bedragen.
Om het zogeheten dubbeltekort aan te vullen, stroomt er per werkdag zo’n 3 miljard dollar uit de rest van de wereld naar de VS. Dat komt neer op ongeveer 70 procent van alle wereldwijde besparingen. Waren de VS vroeger een crediteurennatie, inmiddels is het op afstand ’s werelds grootste schuldenaar.
Dat deze situatie niet onbeperkt kan voortduren, is voor veel economen duidelijk. Vermaarde beursspeculanten als Warren Buffett en George Soros voorspellen al langer een glijvlucht van de dollar en de vroegere president van de Europese Centrale Bank, Wim Duisenberg, zag het Amerikaanse dubbeltekort als een grote bron van onzekerheid voor de wereldeconomie. Ook minister Zalm van Financiën sprak onlangs zijn angst uit voor een economische crisis, gevoed door de monetaire onevenwichtigheden in de VS.
Dat de dollarkoers tot nu toe redelijk op peil blijft, komt vooral doordat centrale banken uit Aziatische landen de Amerikaanse schulden maar al te graag financieren. Dat is geen blijk van altruïsme, maar van puur eigenbelang. Landen als Japan en China kunnen door de relatief lage waardering van hun munten goedkoop exporteren naar de VS. Met de dollars die ze hiermee verdienen wordt op grote schaal Amerikaans schuldpapier (staatsobligaties) gekocht. Hierdoor kunnen de VS hun tekorten handhaven zonder hier een al te hoge prijs (lees: rente) voor te betalen.
De centrale banken van de Aziatische landen hebben inmiddels enorme hoeveelheden dollarbezittingen en de verwachting is dat er een moment komt dat deze banken zullen weigeren de Amerikaanse tekorten nog langer te financieren. De enige manier voor de VS om uit hun schuldpositie te geraken, is namelijk de dollarkoers flink te laten zakken. Dit zou de Aziatische dollarbezittingen plotsklaps minder waard maken.
Wanneer Japan en China het opkopen van Amerikaans schuldpapier staken, luidt dat hoogstwaarschijnlijk een scherpe koersdaling van de dollar in en ligt een economische recessie in de VS op de loer. Omdat de Amerikaanse economie zo’n 30 procent uitmaakt van de wereldeconomie heeft dit verstrekkende consequenties. Een goedkope dollar zou daarnaast het broze herstel van de Europese en Japanse economie bedreigen.
Dat de VS hun tekorten ooit zullen moeten inlossen, en dat daar een goedkope dollar voor nodig is, is duidelijk. Tot nu toe bleef de economische veerkracht van het land verbazen. Het plotseling en gelijktijdig verschijnen van enkele barstjes in de economische situatie in de VS geven echter reden tot zorg.