Dat blijkt uit vrijdagmorgen gepresenteerde cijfers van een gezamenlijk onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal Cultureel Planbureau.

Het aantal personen dat thuis via een pc toegang heeft tot internet is in drie jaar meer dan verdrievoudigd, van 16 procent tot 56 procent. Uit het rapport blijkt dat er een flinke ongelijkheid is tussen de bezoekers van de elektronische snelweg en de gemiddelde Nederlander. Van de personen met een hogere opleiding gaan ruim tweemaal zoveel mensen het internet op als personen met een lagere opleiding. Tweederde van de mannen gaat maandelijks online, bij de vrouwen is dat bijna de helft.

Internet is vooral populair bij jongeren. Onder jongeren tot 25 jaar zijn in verhouding tien keer zo veel internetgebruikers als onder 65-plussers. Van de 12- tot 17-jarigen maakte 86 procent de afgelopen maand gebruik van internet, bij de 18- tot 24-jarigen is dat 89 procent. Ook het pc-bezit is hoog bij deze groepen: 95 procent. Dat is 20 procent hoger dan bij de gemiddelde Nederlander.

Chatten is met name populair onder jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Van hen chatten bijna zes op de tien, terwijl van de 65-plussers vrijwel niemand ooit een chatbox bezoekt. Uit Brits onderzoek bleek vorig jaar dat een op de vijf jongeren gevaar loopt daarbij seksueel lastig gevallen te worden. Met name meisjes tussen de 13 en 17 vormen een risicogroep.

Bijna een kwart van de mensen van 12 jaar en ouder heeft eind 2001 ooit voor privé-doeleinden iets via internet gekocht of besteld. Als belangrijkste redenen om niet via internet te kopen geven mensen aan dat ze daar geen behoefte aan hebben of dat ze er de voorkeur aan geven de producten in een winkel te kopen zodat ze die zelf kunnen zien. Vrees voor de veiligheid is voor ’slechts’ één op de zeven mensen een reden om niet te kopen via het internet.

Eén op de vijf personen van 15 jaar en ouder is bang om in de toekomst niet mee te kunnen komen door alle ontwikkelingen op het gebied van computers. Overigens geldt dit nauwelijks voor personen onder de 24 jaar. Des te sterker geldt dit voor 65-plussers, namelijk voor ruim eenderde van hen.