Servië in de ban van koninklijk verleden
Tijdens het communistische bewind in voormalig Joegoslavië werd het koninklijke verleden van Servië doodgezwegen. Maar sinds in een Servisch dorpje een verre verwant van de in 1903 bijna uitgemoorde koninklijke familie werd opgespoord, is het land opnieuw in de ban van zijn verleden.
Sinds de Tweede Wereldoorlog werd in Servië nauwelijks nog over de monarchie gesproken. Na de val van het communisme vijf jaar geleden, keerden de leden van de koninklijke familie Karadjordjevic, die in Joegoslavië heerste van 1903 tot de Tweede Wereldoorlog, echter terug naar hun Witte Paleis (zie www.royalfamily.org). Ze houden zich nu voornamelijk bezig met humanitair werk.Na de val van het communisme kwam ook een ander verhaal weer boven water, dat van de inmiddels vrijwel vergeten Obrenovics, de koninklijke familie die voor de Karadjordjevics op de troon zat. Tot verbazing van veel mensen werden in het dorpje Donja Gorevnica, een paar honderd kilometer ten zuiden van Belgrado, verre familieleden opgespoord. Alom werd aangenomen dat de hele familie was uitgemoord tijdens de staatsgreep die de Karadjordjevics in 1903 aan de macht bracht.
Het meest directe familielid is de 81-jarige Milutin Novakovic, een eenvoudige boer die al zijn hele leven in het dorpje Donja Gorevnica woont. Zijn kleindochter Ljiljana zocht de familiegeschiedenis uit en maakte de banden met de koninklijke familie aannemelijk. Milutin en zijn vrouw Jelica (76) worden sindsdien bestookt door de media, die onder meer willen weten of Milutin de titel ”prins” gaat aannemen.
Zwaard
Milutin lijkt echter weinig behoefte hebben om zijn huidige leventje te veranderen. In zijn huis is niets koninklijks te vinden. Na de Tweede Wereldoorlog schonken de Novakovics een koninklijk zwaard dat in de familie was aan het museum in Cacak. Daar is het nog steeds.
De moderne geschiedenis van Servië werd bepaald door de Obrenovicdynastie. De stichter van de dynastie, Milos Obrenovic (1780-1860), leidde de tweede Servische opstand tegen de Turken. Onder zijn bewind werd Servië een onafhankelijk hertogdom in het Ottomaanse Rijk.
Milutin Novakovic is de achterachterkleinzoon van een van Milo’s halfbroers. In 1903 werd de laatste Obrenovic, de kinderloze koning Alexander, vermoord tijdens een bloedige staatsgreep. De Karadjordjevics bestuurden het land vervolgens tot 1941.
In het Karadjordjevictijdperk was het beter om niet hardop over de Obrenovics te spreken. In de communistische periode daarna werd over beide koninklijke families gezwegen. Geschiedenisboeken verwezen hooguit in een paar paragrafen naar beide dynastieën, meestal door alleen de opeenvolgende vorsten en hun rol in de geschiedenis kort te noemen.
Novakovic’ advocaat Nebojsa Pavlovic, die samen met Ljiljana en de Servische historicus Rados Ljusic de familiebanden uitzocht, zegt dat de kwestie vooral draait om de koninklijke erfenis. Na de val van de Servische leider Slobodan Milosovic, vijf jaar geleden, verschenen er berichten in de media over waardevolle schilderijen en huizen die ooit in het bezit van de Obrenovics waren en die stonden te wachten op een erfgenaam.
Testament
De bezittingen waren ooit eigendom van koningin Natalija, de moeder van koning Alexander. Natalija overleefde haar zoon bijna veertig jaar. Ze stierf in 1941 in ballingschap in Frankrijk. Haar testament is nog steeds niet geopend, omdat er geen erfgenamen werden gevonden.
Uit onderzoek van de Franse autoriteiten blijkt dat de familie nog 52 verre verwanten heeft in Servië. Milutin Novakovic is van hen het directst verwant. „Het gaat in deze kwestie niet alleen om de villa in Frankrijk, huizen in Boedapest en schilderijen ergens in Zwitserland”, zegt Rados Ljusic. „Het gaat ook om informatie die in documenten staat die bij het testament bewaard worden. Daaruit kunnen we wellicht meer te weten komen over de geschiedenis van Servië.”
Koningin Natalija zou volgens de verhalen teleurgesteld zijn in haar zoon Alexander, die op zijn vierentwintigste trouwde met een oudere, kinderloze weduwe. Ljusic zegt dat de koningin een deel van haar bezittingen aan de Novakovics wilde geven. Die zouden dat geweigerd hebben, uit angst voor de macht van de Karadjordjevics.
Natalija schonk wel twee goudmijnen in het oosten van Servië aan de universiteit van Belgrado. Die werden na de oorlog geconfisqueerd door de communisten. De universiteit hoopt mijnen en andere geschonken bezittingen terug te krijgen als binnenkort de nieuwe wet op teruggave van geconfisqueerd bezit van kracht wordt. (IPS)
Agenda
Prins Willem-Alexander en prinses Máxima wonen zaterdag in de Laurentius en Elisabethkerk te Rotterdam een eucharistieviering bij ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het bisdom Rotterdam.
Prins Willem-Alexander bezoekt vanaf 8 februari in Italië een aantal onderdelen van de Olympische Winterspelen.