„Keten zijn belangrijk voor jongeren”
PUTTEN - Waar de Friese gemeente Gaasterlân-Sleat al beleid heeft ontwikkeld voor drankketen, zijn andere gemeenten nog zoekende naar een oplossing. Staphorst en Barneveld werken aan hun keetbeleid, Putten tilt het over de gemeenteraadsverkiezingen heen.
„Het gedogen van slechts twee of vier exemplaren zou voor Putten geen oplossing zijn”, zegt CDA-wethouder F. W. Fabriek. In zijn gemeente staan zo’n twintig keten. „Ze hebben een functie. Toezicht op de brandveiligheid is er al. Overmatig alcoholgebruik door de jongeren wilden we als college tegengaan door er een jongerenwerker op te zetten. Hij zou met de jeugd kunnen praten en hun alcoholconsumptie aan de kaak kunnen stellen. De gemeenteraad was echter bang zijn vingers te branden en besloot nog niet zo lang geleden helaas het keetbeleid over de verkiezingen heen te tillen.”Barneveld is volgens woordvoerster Marja Hermsen „bezig beleid rond keten te ontwikkelen.” De gemeente denkt erover net als Putten een jongerenwerker op pad te sturen die de keten bezoekt. „Ook de brandweer gaat inspecties uitvoeren om de brandveiligheid te waarborgen.” Hermsen spreekt liever niet over gedogen of niet gedogen. „Als de veiligheid in orde is, mag een keet er zijn. We hebben er hier zo’n dertig tot veertig. Ze zijn belangrijk voor jongeren, omdat zij er gezelligheid vinden. Maar mocht een bepaalde keet neigen naar alcoholverkoop, gaan we over tot sluiting.”
„Waar keten slechts als vriendenclubjes fungeren, gedogen we ze”, zegt de Staphorstse CDA-wethouder K. Brand. „Er staan er in onze gemeente zo’n vijftig. Ik maak me vooral zorgen over de grotere exemplaren, waar tientallen jongeren bij elkaar komen. Soms ook jonge kinderen.” Volgens Brand gedoogt Staphorst de keten als duidelijk is wie de eigenaar is en of de brandveiligheid in orde is. Ook zijn er plannen om jongerenwerkers naar de populaire onderkomens te sturen. „Het alcoholgebruik door de jongeren is een ander aspect. Binnenkort gaan we daarover met de regio praten. Dat is beslist nodig. We hoeven in Staphorst niet onze kop in het zand te steken. Jongeren drinken veel te veel.”