Inkomsten GZB met 2,7 procent gedaald
DRIEBERGEN - De inkomsten van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) uit gemeenten vertonen een dalende tendens. In het afgelopen boekjaar ontving de GZB 4.293.757 euro, 2,7 procent minder dan het jaar daarvoor.
In 2003 ontving de GZB nog 4.462.992 euro, in 2004 was dat een bedrag van 4.414.463 euro.Enerzijds was er sprake van toename door gerichte bijdragen voor de uitzending van zendingswerkers en projecten, meldde de GZB maandag in een persbericht. „Zonder de inspanningen van de uitzendende gemeenten zouden een flink aantal uitzendingen niet mogelijk zijn.”
Andere inkomsten zoals uit collecten en kerkbussen vertonen echter een lagere opbrengst. Het totaal van de inkomsten bleef 9 procent beneden de begroting. „Deze daling van inkomsten betekent dat er voor de kernactiviteiten in de verschillende regio’s binnen de begroting van 2006 231.000 euro minder beschikbaar is. Tegelijk is er wel sprake van kostenstijgingen bij uitgezonden medewerkers, zoals pensioenpremies, schoolkosten van kinderen, huren en sociale verzekeringen.”
Als een van de mogelijke oorzaken van de achterblijvende inkomsten noemt de zendingsorganisatie het feit dat de kerkscheuring, na 1 mei vorig jaar, „grotere gevolgen heeft gehad dan werd gevreesd. In een brief aan desbetreffende kerkenraden werd in het najaar van 2004 gevraagd het werk waarmee men altijd verbonden was te blijven steunen, omdat daarin niets veranderd was. De scheur is echter zo diep, dat deze heeft geleid tot substantiële vermindering van inkomsten.”
De stagnatie beïnvloedt de bestedingsruimte van de GZB, aldus het persbericht. „Een effect dat nog versterkt wordt door het feit dat er geen onttrekkingen meer aan de reserves gedaan kunnen worden.”
Zendingswerkers terugroepen is niet aan de orde. „Maar een aantal vacatures die dit jaar zullen ontstaan doordat ds. Van Pelt (Peru), ds. De Jonge (Zimbabwe) en ds. Kommers (Mozambique) naar Nederland terugkeren, zal niet direct vervuld kunnen worden. Drie zendingspredikanten voor wie de partnerkerken van de GZB graag opvolgers zien komen.”
Dat er geen zendingswerkers worden teruggeroepen, betekent volgens de organisatie wel dat in een aantal gevallen in de financiële bijdragen voor projecten van GZB-partners gesneden moet worden. „Dat raakt dus toch direct het werk op het veld.”