In een interview met de Wereldomroep dat zondag wordt uitgezonden, zegt hij: „Ik denk dat er sprake is van een andere situatie als blijkt dat 70 of 80 procent van het parlement uiteindelijk ja tegen de missie zou zeggen. Dan zou je kunnen concluderen dat de missie hoe dan ook doorgaat.”Op de vraag of het dan mogelijk is dat de twee D66-bewindslieden in het kabinet blijven zitten, zei hij dat dat „een optie” is. Het uiteindelijke besluit van de D66-fractie zal worden bezien „in het licht van de wijze waarop de discussie in het parlement wordt gevoerd en hoe het finale besluit van de Kamer uitvalt.”

Vicepremier Zalm reageerde gisteren na afloop van het kabinetsberaad verheugd op de uitspraken van Bakker. „Het doet mij genoegen. Als D66 uit het kabinet zou stappen, valt de parlementaire meerderheid onder dit kabinet weg. En dat is jammer nu we zo goed op dreef zijn.”

De Tweede Kamer houdt maandag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een hoorzitting met deskundigen over de missie. Naast topmilitairen, medewerkers van hulporganisaties, defensiedeskundigen en Afghaanse ministers komen ook de EU-vertegenwoordiger in Afghanistan en zijn collega van de VN naar Den Haag. Het debat met de regering over de missie vindt donderdag plaats.

In aanloop naar dat debat hebben de politieke partijen 190 vragen over de missie gesteld aan de bewindslieden Bot van Buitenlandse Zaken, Kamp van Defensie en Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking. Zij antwoordden onder meer dat alle ministers achter het kabinetsbesluit over de missie staan. Unanimiteit in het kabinet is voor de PvdA een harde voorwaarde om akkoord te gaan met de uitzending.

De ministers geven een ontwijkend antwoord op de vraag of de Kamer er zeker van kan zijn dat de missie ook daadwerkelijk doorgaat als een Kamermeerderheid, al dan niet inclusief D66, voor stemt. „Zoals de regering eerder heeft verklaard, zal zij na de oordeelsvorming door de Kamer bezien welke gevolgen zij verbindt aan dat parlementaire oordeel”, aldus de bewindslieden.

Onder meer de PvdA vreest voor vermenging van de NAVO-operatie ISAF, waaraan het kabinet wil meedoen, met de jacht op terroristen (Operatie Enduring Freedom, OEF). Door de inzet van ISAF zullen de OEF-activiteiten „aanzienlijk afnemen”, schrijft het kabinet, en „alleen plaatsvinden na nauwkeurige afstemming met en impliciete toestemming van ISAF.”

Het onderscheid tussen beide operaties zal aan de bevolking duidelijk worden gemaakt door een informatiecampagne.

De komst van de Nederlandse militairen zal waarschijnlijk op scepsis onder de plaatselijke bevolking stuiten, schrijven de bewindslieden. Om steun te krijgen, zullen de soldaten de bevolking helpen door bijvoorbeeld kleine reparaties uit te voeren.

In een interview met de Defensiekrant die volgende week uitkomt, stelt minister Kamp dat het drama van Srebrenica en de missie naar Afghanistan niets met elkaar te maken hebben. „We zijn al heel lang over het drama van Srebrenica heen. Srebrenica heeft ons heel indringende lessen geleerd, maar sindsdien heeft Nederland alweer aan tientallen internationale missies meegedaan.”

Er bestaat in Uruzgan volgens Kamp „geen risico van een militaire nederlaag: we hebben grote militaire kracht en zorgen voor onze eigen veiligheid.” Als er toch wat gebeurt, rekent hij op steun van de bondgenoten.