Economie

„Weidevogel gedijt bij rapen kievitsei”

WIJK BIJ DUURSTEDE - De kievit had vroeger een bijnaam: weidekip. Het zoeken van kievitseieren is 4,5 eeuw oud, maar telkens laait de strijd rond het vinden van het eerste ei weer op. Op dit moment kriebelt het alweer bij de weidevogelbeheerder. „Een verbod op het rapen is slecht voor de hele weidevogelstand.”

Niek Sterk
25 January 2006 08:53Gewijzigd op 14 November 2020 03:24
WIJK BIJ DUURSTEDE – Het zoeken en rapen van de eerste kievitseieren van het seizoen is niet schadelijk voor de stand van de ”weidekip”, zegt directeur René Munsters van de SBNL, organisatie voor particulier en agrarisch natuurbeheer. „Niet rapen berok
WIJK BIJ DUURSTEDE – Het zoeken en rapen van de eerste kievitseieren van het seizoen is niet schadelijk voor de stand van de ”weidekip”, zegt directeur René Munsters van de SBNL, organisatie voor particulier en agrarisch natuurbeheer. „Niet rapen berok

In een rekenboek van 1570, afkomstig uit een Fries klooster, worden al kievitseieren gezocht en verkocht. Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw ging het jaarlijks om tienduizenden stuks, vertelt René Munsters. „Er bestond zelfs een speciale veiling voor. Daarop werden ook eieren van andere soorten verhandeld: grutto, tureluur en eend.” Ze dienden vooral een culinair doel.Munsters is directeur van Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied (SBNL). Volgens hem is het goed dat aan die praktijk na de Tweede Wereldoorlog een eind kwam. Het ruimtebeslag door de groeiende bevolking, de ruilverkavelingen: de weidevogelstand ging decennialang hard achteruit. „Vogelwet en Jachtwet waren uitingen van bewustwording, gevolg van de opkomst van de natuurbescherming.”

De SBNL is een organisatie voor particulier en agrarisch natuurbeheer die zich onder meer bedruipt uit bijdragen van 3000 donateurs. In 2004 kwamen daar 900 leden van de Vereniging van weidevogelbeheerders Vanellus vanellus -Latijn voor kievit- bij. Zij vonden onderdak bij de SBNL op het moment dat ze zelf dachten aan opheffen.

Dertig procent van de inkomsten komt uit donaties, schenkingen en legaten, 70 procent uit noeste arbeid. „Vooral het geven van adviezen.” SBNL krijgt geen geld van de overheid, bezit zelf 350 hectare natuur en beheert 800 hectare „landschappelijke elementen” voor Staatsbosbeheer. „Die hebben we nodig om onze 800 vrijwilligers aan het werk te houden”, lacht hij. De club bestaat dit jaar 25 jaar.

In 1987 werd Vanellus opgericht, naast de al bestaande Bond van Friese Vogelbeschermingswachten (BFVW). „Bedoeld om het weidevogelbeheer te regelen en om nazorg te geven in de periode na het rapen van de kievitseieren. Oogsten mág, als je daarnaast ook beheert. Goed rentmeesterschap was en is de drijfveer.”

In de jaren tachtig ontspon zich de ethische discussie over het rapen van kievitseieren, waarin de Faunabescherming -voorheen Kritisch Faunabeheer- zich „heel fanatiek” opstelde, aldus Munsters. „De Flora- en Faunawet biedt veel mogelijkheden om iedereen bezig te houden. Te veel aangrijpingspunten om de letter van de wet te verheffen boven de geest ervan: zorgvuldig zijn met de fauna.”

Het rapen van kievitseieren is gebonden aan strenge regels. De termijn loopt doorgaans van 1 maart tot 9 april. In de praktijk is het twee weken korter, omdat de kievit pas half maart een eerste legsel heeft. „Die tijd is zó kort, dat het rapen geen negatieve invloed heeft op de constante populatie van 250.000 broedparen”, zegt de SBNL-man. Bovendien gaan de eerste nestjes vaak verloren door -bijvoorbeeld- het sleepwerk op akkers en weilanden na de winterrust. „Een kievit kan doorgaans nog drie legsels produceren.”

Tot 2001 zochten landelijk enkele duizenden mensen, maar de Flora- en Faunawet van 2002 gaf de bevoegdheid om vergunningen voor het rapen uit te geven aan de provincies. Alle provincies behalve Friesland kondigden toen een verbod af.

„De praktijk leert dat rapers van kievitseieren doorgaans goede vogelwachters zijn. Na de oogst blijven ze lang actief bij het opsporen van nesten en het plaatsen van nestbeschermers voor alle weidevogels en niet alleen voor de kievit.” Boeren maaien langs de markeringen, zodat eieren en jonge vogels gespaard blijven. Het gevolg van het huidige raapverbod is echter dat veel vogelwachten teleurgesteld afhaken en zo de broodnodige nazorg achterwege blijft.

„Het middel is in dit geval erger dan de kwaal”, zegt Munsters. „Een fijnmazig net van betrokken mensen raakt gefrustreerd.” Een misstand zoals die vorig jaar aan het licht kwam -in Putten werd een stroper gepakt met 200 kievitseieren in z’n bezit- levert de rapers weliswaar imagoschade op, maar staat los van de gedrevenheid waarmee de beschermers doorgaans hun werk doen. „Het gaat om een eeuwenoude wedstrijd tussen de mens en de slimme kievit. Die sport gaat over van vader op zoon.”

De Faunabescherming is echter onverbiddelijk en vindt dat de natuur altijd z’n gang moet gaan, zonder enig menselijk ingrijpen. Dat had vorige maand een uitspraak van de Raad van State tot gevolg, waardoor het ook de provincie Friesland onmogelijk werd vergunningen af te geven. „Die Raad toetst alleen de zuiverheid van de rechtsgang, kijkt niet inhoudelijk en heeft geen oog voor de consequenties van het besluit.”

De eierzoekers hebben hun hoop gevestigd op de Friese natuurgedeputeerde die naar een oplossing zoekt om de vergunningverlening hoe dan ook te repareren en daarmee 6500 BFVW-leden aan een weidevogelpas te helpen. „We gaan ervan uit dat half februari de zaak rond is. Alle soorten weidevogels varen daar wél bij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer