„Honderden CIA–vluchten in Europa"
STRAATSBURG (ANP) – De CIA heeft honderden vluchten uitgevoerd door talloze Europese landen. Daarbij zijn de afgelopen jaren ruim honderd personen vervoerd. Er is echter geen formeel onomstotelijk bewijs voor geheime detentiecentra in Roemenië, Polen of welk ander land dan ook.
Dat staat in een tussenverslag van onderzoeker Dick Marty dat dinsdag in Straatsburg is gepresenteerd. De Zwitser heeft sinds november bewijzen gezocht voor de vermeende CIA–vluchten en –kampen in Europa. Hij deed dat in opdracht van de Raad van Europa, de organisatie van 46 landen voor mensenrechten en democratie.„Het is aangetoond dat mensen zijn vervoerd en vastgehouden op een illegale manier en zonder rechten overgedragen aan landen die martelen", zei de onderzoeker bij de presentatie van zijn tussenrapport. Hij noemt het „hoogst onwaarschijnlijk dat Europese regeringen, of op zijn minst hun geheime diensten, niet wisten van de vluchten". Hij wijst onder meer op onthullingen in krantenpublicaties in de VS de afgelopen jaren.
Over de vermeende kampen in Roemenië en Polen, zegt Marty wel veel aanwijzingen te hebben uit verscheidene betrouwbare bronnen. Reden voor hem om het onderzoek voort te zetten. Hij verwacht half maart eindconclusies te kunnen trekken.
De onderzoeker heeft bij zijn werk nog niet gekeken naar vluchtgegevens van de Europese luchtverkeersleiding Eurocontrol en luchtfoto’s van het EU–satellietcentrum. Die gegevens ontving hij maandag.
Het debat over de vermeende CIA–vluchten en –kampen ontstond in november, na beschuldigingen van de Amerikaanse organisatie Human Rights Watch. Europese politici reageerden geschrokken, omdat verdragen voor mensenrechten verbieden dat gevangenen zonder rechten worden vastgehouden. Europees Commissaris Frattini (Justitie) dreigde EU–landen met geheime kampen al tijdelijk het stemrecht in de EU te ontnemen.
Frattini stelde dinsdag dat het tussenrapport „veel relevantie informatie bevat die voor een deel nieuw is". Hij gaat het rapport analyseren en kijkt uit naar het eindverslag, stelde hij in een reactie.
Oud–minister Van Thijn, parlementslid in de Raad van Europa, zei het heel goed te vinden dat Marty de zaak zo grondig onderzoekt. „Het kan niet zo zijn dat er op het grondgebied van de Raad van Europa gefolterd wordt. Maar Marty zal er een zware dobber aan hebben om echt bevestiging te krijgen van de operaties. Geheime diensten werken nu eenmaal niet in de openbaarheid", aldus Van Thijn, die zei dat deze zaken „absoluut niet speelden" in zijn tijd als minister van Binnenlandse Zaken.
Het VVD–Tweede Kamerlid Van Baalen noemt het „kwalijk" dat de Raad van Europa nu met een tussenrapportage komt „waarin alleen geruchten staan". „Deze publicatie draagt alleen maar bij aan de mist die is ontstaan rond de vermeende CIA–vluchten". De liberaal heeft dan ook geen enkele behoefte aan een tussentijds debat. Hij wacht eerst de eindrapportage af of daar harde feiten en bewijzen in staan.
Zijn PvdA–collega Koenders wil het rapport al komende donderdag aan de orde stellen tijdens een debat met minister Bot (Buitenlandse Zaken) over Europa. Hij vindt dat Bot zich destijds wel erg makkelijk gerust heeft laten stellen door zijn Amerikaanse ambtgenoot Rice. In tegenstelling tot Van Baalen vindt Koenders de tussenrapportage een goede zaak. Het is een signaal aan de lidstaten om nauwer met de Raad van Europa samen te werken.
Het Europees Parlement begint een eigen onderzoek. Een commissie komt donderdag voor het eerst bijeen en besluit waarschijnlijk tot verhoren. „Het rapport is een goed startpunt voor het werk van onze commissie", reageerde Eurlings (CDA), lid van de onderzoekscommissie.
Buitenweg (GroenLinks), ook lid van de onderzoekscommissie, noemde het zorgwekkend dat de regeringen zo zwijgzaam over het onderwerp zijn. „Het is nu aan de nationale parlementen om de regeringen hierover uit te horen".
Europarlementslid In ’t Veld (D66), eveneens in de onderzoekscommissie, vindt dat het tussenrapport een schokkend beeld oproept. „De Amerikanen treden de mensenrechten met voeten. De regeringen hebben collectief weggekeken".
In ’t Veld vindt dat Nederland alvast een eigen onderzoek moet doen. „Het argument dat het vluchten van een bevriende natie zijn, is niet meer te rechtvaardigen. Je kunt niet zeggen dat de wereld veiliger is geworden hierdoor".