Dat Schröder het votum zou overleven was vrijdag eerder op de dag waarschijnlijker geworden, toen vier groene parlementariërs hadden laten weten vóór te zullen stemmen. Het groene partijbestuur had de eigen afgevaardigden donderdag opgeroepen vóór de inzet van de Bundeswehr te stemmen en daarmee het vertrouwen uit te spreken in de rood-groene coalitie.

De in 1998 aangetreden regering-Schröder worstelde door de voorgenomen deelname van Duitsland aan de militaire operatie in Afghanistan met de grootste crisis in haar bestaan. De bondskanselier besloot tot de vertrouwensstemming om de vrees weg te nemen dat de regering in eigen kring onvoldoende parlementaire steun heeft voor de militaire participatie in de coalitie tegen het internationale terrorisme.

Omdat de rood-groene coalitie in de 666 zetels tellende Bondsdag over een meerderheid van slechts zestien zetels beschikt, spande het erom of de benodigde meerderheid van 334 stemmen zou worden behaald.

Binnen Schröders eigen SPD-fractie twijfelden vijftien parlementariërs over de inzet van militairen tegen het terrorisme. Veertien sociaal-democraten gingen uiteindelijk toch akkoord met het regeringsvoorstel. Christa Lörcher was donderdag uit de partij gestapt en stemde vrijdag tegen.

Ook de oppositiepartijen CDU/CSU, FDP en PDS weigerden de kant van Schröder te kiezen. De christelijke CDU/CSU en de liberale FDP zijn voor de inzet van Duitse troepen, maar ze vonden het onacceptabel dat Schröder het lot van zijn regering verbond aan een stemming over dat onderwerp. De voormalige communisten van de PDS zijn tegen het vrijmaken van militairen voor de actie tegen het terrorisme.

Uit peilingen komt naar voren dat 92 procent van de aanhangers van de groenen voortzetting van de coalitie voorstaat. Bij de SPD is dat 60 procent.