Registratie incidenten bij werkstraf moet beter
DEN HAAG (ANP) – Reclasseringsinstellingen in de arrondissementen Leeuwarden, Den Bosch, Utrecht en Amsterdam moeten beter bijhouden welke incidenten of bijna–incidenten zich voordoen bij het uitvoeren van werkstraffen. Tot nu toe ontbreekt een systematische registratie daarvan, waardoor het op dit punt niet mogelijk is goed beleid te voeren.
Dat bleek vrijdag uit een rapport van de Inspectie voor de Sanctietoepassing, dat door minister Donner (Justitie) naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het aantal werkstraffen is tussen 2001 en 2004 met 21.838 toegenomen tot 36.600. De inspectie heeft onderzocht of de arrondissementen die forse groei aankonden.Dat bleek het geval. De werkstraffen voor volwassenen beginnen volgens de inspectie snel na het vonnis en worden ook binnen de wettelijke termijn afgerond. Wel zijn er verbeteringen nodig, zoals een laagdrempelig systeem om incidenten te registreren. Daardoor moeten de instellingen meer zicht krijgen op de veiligheidsrisico’s, zoals de kans op delicten, bedreigingen en geweld, en de integriteitsrisico’s die medewerkers lopen.
Ook moet de samenwerking tussen de drie betrokken reclasseringsorganisaties beter. Hun rol– en taakverdeling is volgens de inspectie niet altijd duidelijk, waardoor de deskundigheid bij de instellingen niet optimaal wordt benut en de onderlinge samenwerking onder druk komt te staan. De inspectie vindt verder onder meer dat de klachtenregeling moet worden verbeterd.
De Inspectie voor de Sanctietoepassing, die onder het ministerie van Justitie valt, houdt toezicht op de reclasseringsorganisaties en op alle landelijke diensten en inrichtingen die onder de Dienst Justitiële Inrichtingen vallen.